Recensies van optredens

Een overrompelende performance - Joep van Ruiten, Dagblad van het Noorden
Prachtig, prachtig - Theodor Holman tijdens Desmet Live
Toch een popmuzikant - Felix Meurders tijdens Spijkers met koppen


Over de Nacht van het Gedicht te Goirle op 30-01-2009
'Bruinja is eenzaam hoogtepunt' - Michel Dijkstra in UK, 20-11-2008
'Poëtisch proza' - Rennie Veenstra in de Dockumer Courant, 30-07-2008
'Komt sterk binnen' - John Zwart op Hernehim, juni 2008
'Poëzie en muziek staan niet meer los van elkaar' - Reinier Kist, NRC, 06-08-2007
Anneke mag vaker vreemd gaan - 3voor12 VPRO, 15-07-2007
'Niet elke poët ook performer' - Zeeuwse Courant, 11-06-2007
Een mooi clubje - Twentsche Courant & De Gelderlander, 26-03-2007
Bijzonder levendig, John Zwart, Hernehim cultuur, 27-02-2007
Een uurtje flux de bouche - http://risee.web-log.nl/, 17-09-2006
De wangen boerenbontrood gekleurd - http://geveejes.web-log.nl/, 09-05-2006
Dat zelfs de bijsluiter van een buitenboordmotor nog poetisch klinkt - De Standaard, 05-03-2006
Poëzienacht vergt hersengymnastiek - Tubantia, 18-07-2005
'Prachtig, prachtig'- Theodor Holman tijdens Desmet Live - April, 2005
Een literaire jukebox op Schiermonnikoog - Leeuwarder Courant & Dagblad van het Noorden, 25-02-2005
De extraverte Fries, Ron Rijghard, NRC, 20-04-2004
Meanderende evocaties van ontzette geplette sonnetten - recensie van optreden in Helmers, april 2004
'Fris en energiek' - Edwin Fagel, De recensent, 15-04-2004
'Dit lukt hem niet' - Anton de Goede, Boeken.vpro.nl, 30-03-2004
'Door liefde geïnspireerd' - De Volkskrant, 30-03-2004
'Eerst bevlogen later gematteerd' - Meandersite, 30-03-2004
'Onvervalste beat poet' - De Standaard, 02-02-2004
'Prachtig gedaan' - Trouw, 26-08-2002
'Kamagurka en Bruinja grommen in het Fries' - Leeuwarder Courant, 01-02-2002
'Declameren bij de koffieautomaat' -Nieuwsblad van het Noorden, 11-01-2002
  Gewassen 
'Het woord is beeld geworden'- Epibode, 21-11-2001
'Friezen schrijven in taal van het hart' - NRC Handelsblad, 19-11-2001
'De vloeibare beat' - Opspraak, 16-11-2001  Gewassen 
'met overtuiging gebrachte voorstelling' - Epibode, 14-11-2001  Gewassen 
'De hete adem van de jeugd' - Groninger Dagblad Stad, 24-8-2001
'Tsead Bruinja weet publiek te verrassen' - Universiteitskrant Groningen, 23-8-2001

'Indrukwekkend' - Joop Boomsma skriuwersside, 17-2-2001
'Druk, druk Fries boekenfeest' - Leeuwarder Courant, 17-2-2001
'Friestalige poëzie kent mysterieuze melancholie' - Arnhemse Courant van 26-01-2001
'Intense gedichten' - Vera Krant, 2000
'Gronings Startschot galmt door Bordelaise' - Haags Nieuwsblad, 2-6-1999



Een aantal verslagen van de 13e Nacht van het Gedicht te Goirle

Het Brabants Dagblad:

Door Joost Cioutziers

Tsead Bruinja, de Friese. dichter die in de race was voor de titel Dichter des Vaderlands, maar werd overtroffen door Ramsey Nasr, is sterk op klank gericht. Hij praat eerder in lettergrepen dan in woorden en dat maakte zijn optre­den boeiend, maar wonderlijk.'

Bron: Brabants Dagblad, 02-02-2009

Verslag door Ben Loonen

Tsead Bruinja (Rinsumageest, 1974) meldt ons dat er betekenissen op de loer liggen die dit gedicht kunnen bederven. Ach kijk, zit het zo? Betekenis is bederf. Hij had zo graag Dichter des Vaderlands willen worden, maar het stemvolk heeft hem als onbetekenend dichter afgeserveerd. Hij komt niet als een sympathieke gast over het voetlicht, zijn mercantiele probeersels, hoewel grappig bedoeld, helpen hem ook niet. Wat hij allemaal te berde brengt, blijft ook bagger, ondanks zijn bezwering: als je lang genoeg naar ruis luistert…

Verslag door Aleydis Overmeer

De Fries Tsead Bruinja treedt aan. Zijn gezicht en zijn spreken ken ik terug van de tv, hij was genomineerd voor de verkiezing van de Dichter des Vaderlands. Ook werkt hij mee aan het project ‘Eenzame Uitvaart’. Dichters wordt gevraagd een gedicht te schrijven bij een begrafenis waarbij geen nabestaanden komen uitzwaaien. Hij laat ons horen hoe hij voor een overleden man die na vijf huwelijken waaruit ook kinderen werden geboren, zijn gedicht schreef. Mooi! De prijzen noemen van iedere dichtbundel die te koop is, vind ik niet chique.

terug naar boven


Bruinja is eenzaam hoogtepunt

Op het festival ‘Uit het totaal’ maakten dichters een uitstapje naar andere kunstvormen dan het woord. Het resultaat was bedroevend. “Ik zou niet weten hoe je hier tekst bij moest schrijven. Ga er maar aanstaan!”

Door Michel Dijkstra

De stem van dichter Tsead Bruinja galmt door de bioscoopzaal. Hij draagt op een indringende, bijna bezwerende toon voor. Dan begint hij plotseling te schreeuwen: “Hé tafel, hé stoel bij de tafel, hoi!”
Achter de dichter hangt een projectiescherm waarop een kunstenaar een tekening maakt. Terwijl Bruinja steeds harder schreeuwt, schrijft de kunstenaar ‘hé’, ‘ha’ en ‘hoi’ op en begint te turven. Na de voordracht kijkt de bezwete dichter naar het scherm: “Heeft hij goed geteld? Ja!”

Bruinja trad vorige week vrijdag op tijdens de vijfde editie van het poëziefestival Uit het totaal. In dit zogenaamde cross-overfestival maakten dichters een uitstapje naar een ander medium dan het woord. Zo werkte Bruinja samen met beeldend kunstenaar Ramon Verberne, die zijn dichtkunst live illustreerde. Hun samenwerking leidde tot een vruchtbaar samengaan van woord en beeld. Omdat zowel de tekeningen als de gedichten een mysterieus en fascinerend karakter hadden, versterkten ze elkaar op aangename wijze. Helaas vormde het optreden van Bruinja en Verberne een eenzaam hoogtepunt op het festival, dat over het algemeen een twijfelachtig niveau had.

Thema was ‘To object or not to object’. Organisator Piet Oosterheerd: ‘Het gaat om de vraag hoe lang je kunt toekijken voordat je bezwaar maakt. Moet je als kunstenaar alleen mooie dingen maken of juist kritisch zijn?’ Oosterheerd nodigde een aantal dichters in de RKZ-bioscoop uit om dit thema zelf in te vullen.

Dichteres Hedwig Baartman had blijkbaar weinig te melden. Haar bijdrage bestond uit een veredelde Powerpointpresentatie van beroemde kunstwerken, ondersteund door een achtergrondmuziekje. Ter afwisseling kreeg het publiek enkele screensaver-achtige beelden met veranderende kleuren te zien. Eigenlijk hoorde er tekst bij de film, maar die had de dichteres nog niet voltooid. Van Oosterheerds slotcommentaar stemde niet vrolijker: “Ik zou niet weten hoe je hier tekst bij moest schrijven. Ga er maar aanstaan!” Baartman was een opmaat voor het dieptepunt van de avond: het optreden van de raaskalBOMfukkerz. Deze uit twee jonge wonderboys bestaande formatie wist het publiek bijna een half uur lang met hun lawaai te verdoven. De heren, die verschoten gala-uniformen en gasmaskers droegen, meldden dat ze buitenaardse wezens waren. Dit gegeven vormde voor hen aanleiding om allerlei hysterische, onsamenhangende klanken uit te stoten. Tenzij je Kurt Schwitters heet, kan zoiets hooguit één minuut grappig zijn. De raaskalBOMfukkerz bleven echter in hun geraaskal steken en wisten daarbij volstrekt geen maat te houden. Het uitzitten van deze voorstelling was dan ook bepaald geen gemakkelijke opgave. Ook de presentatie op deze avond was weinig geïnspireerd.

Zoveel missers waren bijna teveel voor één avond. Als bezoeker begon je je af te vragen of het festival niet als één grote absurdistische grap bedoeld was. Mocht dat het geval zijn, dan is de grap niet geslaagd. Goede humor veronderstelt subtiliteit en een zeker niveau: twee elementen die ver te zoeken waren.

Bron: Universiteitskrant Groningen, UK 12, 20-11-2008

terug naar boven



Hooggekwalificeerd muziek-poëzie-project

Door Rennie Veenstra

...Hoe dan ook, het instrument bleef een snaarinstrument, dat in volle glorie te beluisteren was in een effectrijk hedendaags stuk van Pieter Bakker en dat voor het overige bijzonder mooi afstak bij het 'blaasinstrument' orgel.
    Onder de handen van Sebastiaan (van Delft), die bovendien als registrant bijna een kunstschilder bleek, kwam dit instrument in alle opzichten tot leven.
    Ook in de begeleiding van de poëzie van Tsead Bruinja toonde hij zich een meester, evenals Saartje (van Camp) trouwens. 'A capella' las de dichter een hele serie gedichten voor, die ik als poëtisch proza zou willen bestempelen.
    In het verlengde daarvan past tenslotte mijn opmerking, dat de Friese gedichten niet zo nodig allemaal een vertaling behoefden.

Bron: De Dockumer Courant, 30-07-2008

terug naar boven


Uit: Zon sensatie - Zonnewende in Flevoland 21 juni - Verslag

Door John Zwart

De dichter die opent is onze welbekende Friese Amsterdammer Tsead Bruinja, hij doet dat met een klankperformance. Daarmee komt hij sterk binnen, leest uit zijn pas uitgekomen tweetalige bundel "de geboorte van het zwarte
paard". Hij laat ook nog Fries horen uit zijn eerder werk "Gers dat alfest laket", met het titelgedicht over het lachende gras.

Bron: http://www.hernehim.nl/literair.htm

terug naar boven


Behaaglijke kunst in de beeldentuin

door Reinier Kist

Kunst was zaterdagavond ondergeschikt in het Kröller- Möller Museum. Het publiek werd gelokt met Ad Visser en luchtkussentjes om lekker in te rollebollen.

Je kunt het zelfverloochening noemen. Een museum laat een bekende Nederlander opdraven om een recordaantal bezoekers binnen te krijgen. De conservator die niets liever wil dan zijn collectie aan een zo groot mogelijk publiek laten zien, moet dan maar hopen dat de mensen in het voorbijgaan ook even voor een Van Gogh blijven staan.

Maar zelfs dat is deze zaterdagavond, tijdens de dit jaar voor de derde keer gehouden Zwoele Zomeravond in het Kröller-Müller Museum, een hele opgave. De Van Goghs hangen immers binnen, en de attracties zijn buiten, in de beeldentuin. En het weer zat voor de verandering eens mee. Een enkeling racete uit plichtsbesef even door de zalen. Maar die doen verlaten aan vergeleken met de grote drukte op de gazonnen rond het museum, waar wordt gebarbecued en gepicknickt tussen theater-, muziek-, dans- en literatuurvoorstellingen.

De hoofdattracties zijn Ad Visser en Gerbrand Bakker. Bakker leest voor uit zijn bestseller Boven is het stil, Visser geniet in het kleine amfitheater zichtbaar van de aandacht voor zijn lied Parade van de hemelse tragedie dat rouleert rond het thema &quotCafé ik". Het megalomane lied bestaat uit liefst 1050 coupletten, waarvan het publiek enkele fragmenten te horen krijgt. De kwaliteit moet vooral worden gezocht in de manier waarop grote woorden voor grote gevoelens op elkaar rijmen: "Daar zit ik weer in café ik / overmand door zelfbesef / overmand door ego / waardoor ik mezelf hier tref."

Geslaagder is het optreden van dichter Tsead Bruinja, componist Jaap van Keulen en Flamenco danseres Tanja van Susteren. Steeds vaker zoeken dichters de samenwerking met andere podiumkunstenaars. Het gevaar is dan dat de een de ander ondersteunt. Dan krijg je een dichter die staand voor een katheder één voor één zijn gedichten voorleest, terwijl een gitarist de woorden van een prettige muzikale achtergrond voorziet. Bruinja daarentegen neemt snippers van zijn gedichten, husselt die door elkaar, herhaalt regels als een mantra, die op hun beurt weer worden gesampled, gelooped en vervormd door van Keulen. Voilà: poëzie en muziek staan niet meer los van elkaar. Zelfs de bewegingen van danseres Van Susteren worden op de beste momenten één met de zinnen en de muziek.

Even verderop is een gazonnetje vrijgemaakt voor gebruiksvriendelijke kunst. Acteur Guido Pollemans treedt op in een mansgrote kijkdoos en de Tilburgse kunstenaar Miranda Poel staat met haar installatie van luchtkussentjes in het gras. De bedoeling is dat je een verzuchting in het kussentje blaast, waarna het kussentje op een grote hoop belandt. Op al die verzuchtingen kan de bezoeker dan lekker liggen. Uitstekende festivalkunst, behaaglijk, beleefbaar, het hele gezin tevreden.

En voor hen is deze zomeravond bedoeld: de tevreden gezinnetjes. En dus begint er een baby door de voordracht van Bruinja te krijsen. Krijgt Ad Visser meer bewondering dan De Aardappelvreters. En heeft deze Zwoele Zomeravond inhoudelijk niets met de museumcollectie te maken. Natuurlijk is dat zelfverloochening. Maar het zal alle tevreden bezoekers een worst wezen.

Bron: NRC, 06-08-2007

terug naar boven


De Affaire - Anneke mag vaker vreemd gaan

Experiment deels geslaagd, maar de liedjes zijn aanwezig

door Bas Jansen

Zondagmiddag wordt de Affaire afgetrapt in de ruïne. Het programma belooft een spannende combinatie tussen flamencogitarist Jaap van Keulen, dichter Tsead Bruinja en ex-Gathering zangeres Anneke van Giersbergen. Vooral door die laatste naam zit het al vroeg vol op de heuveltjes rond de Barbarossa-ruïne en Annekes zoontje Finn warmt het publiek op met zijn capriolen voor de monitoren en tussen alle apparatuur.

Het experiment staat voorop en dat is natuurlijk een beetje wennen. Niet alleen voor de artiesten zelf, maar zeker ook voor het publiek. Opener 'Beautiful One' verloopt nog verre van soepel, terwijl op het einde blijkt (wanneer het nummer als toegave nogmaals gespeeld wordt) dat juist dít nummer de beste combinatie van de drie werelden is. De hemelse stem van Van Giersbergen, de soepele flamenco-klanken van Van Keulen en het gesproken woord van Bruinja komen pas in de laatste minuten tot een (h)echt geheel.

Experiment geslaagd? Ja, dat wel. Deze optredens moet je haast wel waarderen, want er is lef voor nodig. Al waren juist de delen die wat voller waren dankzij de nodige samples een stuk indrukwekkender dan wanneer alleen de gitaar voor de begeleiding zorgde. En met Anneke gaat het ook wel goed komen. Zelfs in een fantasieopstelling klinken haar eigen liedjes al erg fijn. Dat belooft dus wat voor het in aantocht zijnde debuutalbum. Voor de tour heeft ze het voorprogramma in ieder geval al letterlijk in huis.

Bron: http://3voor12lokaal.vpro.nl/magazines/news/index.jsp?portals=18019&magazines=18020&news=598576

terug naar boven


Park met poëzie en tokkende kippen

door Ali Pankow

MIDDELBURG - Tsjilpende vogels, prachtige tuinen met geurend groen en ideale weersomstandigheden lijken het perfecte decor voor Park & Poëzie, de gedichtenmanifestatie die gisteren voor de vierde keer in Middelburg werd gehouden en die ruim driehonderd bezoekers trok. Echter niet alle idyllisch lijkende elementen blijken potitief bij te dragen. Zo kan het regelmatig gebeier van de Lange Jan een gedicht wreed verstoren en tonen tokkende kippen geen greintje respect voor poëzie noch voor degene die het voordraagt.

Het zijn geen dissonanten, maar overwegend komische incidenten die de dichters veelal met een kwinkslag incasseren. Zo laat Tsead Bruinja in de tuin achter Damplein 21 het carillon als zijn horloge functioneren. De Friese dichter bewijst dat niet elke poët ook performer is. Hij draagt mooi werk voor, maar rommelt wat met het slot van zijn gedichten. Dat verdient soms een andere intonatie. Beter op dreef raakt Bruinja in een serie gedichten gewijd aan zijn opa (Pake in het Fries). Het tweetalig voordragen bewijst dat de tekst in de streektaal krachtiger klinkt (...)

Bron: http://www.pzc.nl/extra/kunstencultuur/article1510951.ece

terug naar boven


Het Poëziecentrum geeft extra aandacht aan jonge dichters

door Thea van der Schoot

BREDEVOORT - Het laagdrempelige van de cyclus 'Ontmoet de dichter' in Bredevoort, spreekt de Friese dichter Tsead Bruinja (32) wel aan. Hij is zaterdagmiddag de vierde gast in de reeks.

"Een mooi clubje", concludeert hij in het Nederlands Poëziecentrum van initiatiefnemer en gastheer Wim van Til. Er zijn maar negen aanwezigen, inclusief de dichter zelf. Een half uurtje later sluiten nog twee Friesen zich aan. De leeftijden varieeren van midden twintig tot voorbij de zestig.

Centraal staat de nieuwste dichtbundel van Tsead Bruinja, Bang voor de bal. De titel komt uit een boek dat hij 'ns las. Het gedicht zelf schreef hij na een nacht doorzakken en een heet bad de volgende ochtend. Gedurende de twee jaar dat hij bezig was met het maken van zijn nieuwste dichtbundel, worstelde hij met de vraag: "Wil ik kinderen?" Het antwoord ligt besloten in een laatste strofe: 'Het ademt en het beweegt / het is er bijna'.

In tweeëenhalf uur maken we kennis met een welbespraakte dichter in de vorm van anekdotes, bespiegelingen en associaties, die hij ter introductie koppelt aan zijn voordrachten. Voor de meeste aanwezigen is het de eerste kennismaking met Bruinja en zijn werk. Een 62-jarige Amsterdammer en liefhebber van J.C. Bloem en Gerrit Kouwenaar verklaart: "Voor mij is deze ontmoeting een aansporing om meer van deze dichter te lezen." De elfjarige dochter van een bezoekster is intussen verdiept geraakt in een heel andere dichter annex dichtbundel uit de schappen van het Poëziecentrum en vraagt: "Mam, mag ik dit boek hebben?"

De volgende dichter maakt zijn opwachting op zaterdag 28 april, van 16 tot 18 uur bij Boek op 't Zand 25 in Bredevoort. Mail voor meer informatie naar: poeziecentrum@planet.nl

Bron: Dagblad Tubantia Twentsche Courant & De Gelderlander, 26-03-2007

terug naar boven


'Bang voor de bal'  - nieuwe Nederlandse bundel van Tsead Bruinja - Presentatie in feestelijke sfeer.

door John Zwart

Amsterdam, 9 januari 2007. Vanavond werd in Perdu aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam de derde bundel met nederlandstalige poëzie van de Fries-Amsterdamse dichter Tsead Bruinja ten doop gehouden. "Bang voor de bal" bevat gedichten die - bondig gezegd - vooral over levensangst gaan. De presentatie was bijzonder levendig, niet in de laatste plaats door de hilarische duo-conferences van Frank Tazelaar en Hugo Spruijt die de onthulling brachten dat dit de beste bundel van het jaar 2007 is ... tot nu toe!

Bang voor de bal  

In de zaal van Perdu aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam vond deze dinsdagavond de presentatie plaats van een nieuwe bundel van de Fries-Nederlandse dichter Tsead Bruinja: Bang voor de bal. Het betreft in deze bundel uitsluitend Nederlandstalige poëzie die veelal gaat over levensangst. Het is de eerste bundel die uitgever Cossee van deze auteur uitgeeft en Bruinja toonde zich in zijn openingsspeech blij met die verbintenis.

In het programma van de drukbezochte avond werd veel ruimte geboden aan een rij van dichters uit Amsterdam tot ver daarbuiten en Bruinja zelf speelde maar een bescheiden rol.

De show werd tot groot plezier van het publiek gedomineerd door de beide presentatoren Frank Tazelaar en Hugo Spruijt, die telkens op parodiërende wijze een reeks optredende dichters aankondigden. Zij baseerden zich daarbij op de Kameleonreeks van de Friese schrijver van jeugdboeken Hotze de Roos en onthulden dat “de ware naam van de jongen die zich hier met de onuitspreekbare naam ‘Tsead' laat noemen, eigenlijk ‘Sietze' is.” Bovendien zou hij de helft van een tweeling (Hielke en Sietze) zijn. De dichters lieten ze telkens figureren als alter-ego's uit de jeugdromans, waaraan hun kenmerken en eigenschappen op humoristische wijze werden gekoppeld. Gesitueerd in het dorp Lenten, in een bootje op het meer, of bivakkerend op de strandcamping.

Voor de optredende gasten zowel als voor de man voor wie dit ‘feestje' was georganiseerd was alles duidelijk een verrassing, er was tevoren alleen gemeld dat de aankondigingen enigszins ‘hilarisch' zouden zijn. Annemieke Gerrist, een der dichters, was hierdoor in de aanloop naar de avond ernstig verontrust geraakt.

Verder brachten Hans Wap, F. van Dixhoorn, Elmar Kuiper, Peer Wittenbols, Harold K, Martin Reints, Megan M Garr elk 2 gedichten, en tenslotte F.Starik (samen met Jaap van Keulen en Frank Windemuller) een met soundscape begeleid optreden op een tekst over “de gang achter de hal waar het altijd duister is, zelfs overdag”.

Tussen de voordrachten kregen we aangename muzikale intermezzi, zoals een optreden van Leine, gevoelige singer-songwriter die zichzelf begeleidt op de akoestische gitaar en van de Groninger Jan Veldman (volgens Frank en Hugo afkomstig uit het dorp Doodstil) die zowel het Limburgs als het Gronings machtig bleek.

De drie gedichten uit “Bang voor de bal” die Tsead Bruinja voordroeg gaven een goede indruk van sfeer en stijl van hele inhoud van de bundel. De twee die mij persoonlijk het meest aanspraken voeg ik graag aan dit verslag toe.

Na een prima avond met in de tas de bundel en een exemplaar van de zeefdruk “barking” - één van zestig - van Ramon Verberne (exclusief voor de eerste 60 kopers van de bundel) toog ik huiswaarts.  

achtergrondinformatie 

iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiivoor martin reints

vanaf vier hoog klinkt het verkeer op de ring
als een zwerm bijen die een plagerige jongen
op de hielen zit

de jongen en de zwerm passeren obstakels
zoals een schuurtje een struik een dikke boom
waarbij het geluid naar gelang de breedte
steeds even wegvalt en dan weer verschijnt

ik zit over mijn papieren met achtergrondinformatie
gebogen op het nieuwe dakterras
en kijk naar de sterren die vaker vliegtuigen zijn
dan sterren

hoe de boom op de binnenplaats
zijn geleende contouren een voor een teruggeeft
aan de nacht die een kleermaker is

de zwerm lijkt de jongen uit het oog verloren
en houdt en masse stil voor een stoplicht

ik hoor achter me hoe de buurvrouw
de deur naar haar terras opent
een laatste sigaret opsteekt

en opgelucht uitademt

half elf

het stel op de eerste verdieping
maakt ruzie over de afwas

en ik bereid in kaarslicht en straatrumoer
een interview voor

mijn vrouw slaapt


© Tsead Bruinja



specialist op het gebied van kozijnen 

het regent en de specialist op het gebied van kozijnen zegt 
dat het aan het werk van zijn mannen niet kan liggen 

ik zit aan tafel met mijn onderbuurman die na vijf jaar 
heeft besloten over de watervlekken heen te verven 

vroeger schreef ik gedichten over mijn vader en moeder 
over opa's en oma's met een rustiek en pijnlijk verleden 

nu luister ik naar mijn buurman 

in uw huis zullen mensen wonen 
die te lui zijn om op te staan 

mensen die u niet kent 
die werken en weer naar huis gaan 

ze worden ouder 
ze worden ronder 

ze proberen de kilo's eraf te lopen 

ze zwaaien een kind uit 
en hangen voor het slapen gaan 
hun kleren over de stoel 

hun leven is een koelkast 
waaruit je na een nacht zwaar drinken 
een goed belegde boterham 
vandaan tovert 

ik weet het 

er liggen betekenissen op de loer 
die dit gedicht kunnen bederven 

ergens zingt iemand 

kom niet samen 
kom niet samen 

drijf een wig 

maar mijn vrouw houdt mijn week oude nichtje op haar schoot 
en ik raak er niet op uitgekeken hoe goed het haar staat 

we bespreken hoe het moet met de werkkamer 
hoe en waar we zelf dan moeten gaan slapen 

een zucht en het kind verdwijnt uit onze gedachten 
we slaan een hoek om en zoeken een goed restaurant 

stiekem terwijl we al lang over iets anders praten 
kijk ik naar het kindje dat niet in haar armen ligt 

het ademt en het beweegt 
het is er bijna 

© Tsead Bruinja 


Bron: Hernehim Cultuur, 27-01-2007

terug naar boven


Een uurtje flux de bouche

door Olaf Risee

...Snel door dan maar naar Kunstgalerij Ludwig Trossaert alwaar Tsead Bruinja en Daniël Dee een gezamelijk programma brachten. Een uurtje flux de bouche, vooral Dee weet veel woorden in weinig tijd te proppen: 'toen kwam jij langs met een grote pantervelletjeshandtas type tikkeltje ordinair je liedjes kinderlijk onverstaanbaar gezongen vol overgave ik gaf me over aan jou en
jouw gelakte glittertjesteennageltjes' - 6,28 seconden. Stipt. Bruinja bleek de man van de inleidende anekdotes. Hij vertelde over zijn opa die, reeds behoorlijk op leeftijd, op een dag begon te knuffelen met zijn vrouw in de hoop 'het' nog een keertje te mogen doen. Het mocht niet van oma en Bruinja droeg er een fraai gedicht over voor. (Ik zat trouwens te denken dat het nóg frustrerender moet zijn om als oude man wakker te worden in een verpleeghuis, tot de ontdekking komt dat je sinds jaren weer een ochtenderectie hebt, enthousiast de dienstdoende verpleegster erbij roept, en dat dat 18-jarige secreet er dan een koud washandje op gooit - maar dat
terzijde.) Het was een prettig poëzie-uurtje. Dee en Bruinja bevestigden wat ik al wist: ze vormen een goed duo...

Bron: http://risee.web-log.nl/risee/2006/09/vandaag_togen_d.html

terug naar boven



Het steeg in de Steeg


door Werner Spaland

D'r was poëzie, poëzie, poëzie, poëzie en d'r was muziek...

...En toen waren er plots sandalen op het podium, sandalen met daarin (help!) voeten gehuld in geitenwollen sokken waarbij als extraatje wil gemeld dat de aanknallende zomer toch alom flink zijn best deed warmploertig over te komen deze dag. Maar goed; bijkwansel, want poëtische bewegingen, daar ging het na de muziek allemaal om dus wil ik me ter wiederguttmachsmering graag aansluiten bij Eva Cox die (vrij vertaald) zei dat het Fries schone klanken voortbrengt mits op de juiste wijze gelegd in poëzie. Overigens zei ze dit op de verjaardag van Olaf Risee een tijdje geleden waar, op uitnodiging van Xavier Roelens , Tsead Bruinja en Daniël Dee huiskamerlijk alsook broederlijk naast elkaar optraden als poëtisch kado voor Risees geboortedag. Een dag ook, heel 'lieflijk' (ik heb Risee zien rondrennen in hazenpak ) georganiseerd door "De Vrouw" genaamd: Tine Moniek . Maar terug nu, terug naar de met geitenwollensokken gevulde sandalen waarin de dichter Cornelis van der Wal zich tijdens het oplaten van zijn gedichten met mate over het podium bewoog. Warm, warm kreeg ik het ervan, zowel van de diggies als van... En, zoals gezegd, het Fries klonk mooi. Zo ook even later uit de mond van Tsead Bruinja die zich ook voor deze dag de wangen maar weer (bij Risee thuis blonken ze ook al zo) eens boerenbontrood had gekleurd, een kleur die hem zo jongensachtig maakt dat je vanzelf opschrikt van zijn verzen, want onverwacht natuurlijk alsook volwassen door hem over het voetlicht van het podium gebracht. En ach, was het een slam geweest; Tsead had ik dan heel wel uitgeroepen tot overallwinnaar van het hele deez middagse stel. Gelukkig, geen slam, maar heus een heel wel geslaagde muziekale versmiddag al met al onder 't somtijds zo te warme zonneke.

En toen: The end! Zoals gezegd wervelend uitgeluid door de band.

Bron: http://geveejes.web-log.nl/geveejes/2006/05/index.html, 09-05-2006

terug naar boven


Poëzie tussen roodfluwelen behang

door Jelle Van Riet

GENT - UITGROEIEN tot een literair Pukkelpop', dat wil Het uitzaaiend kaf, het Gentse poeziefestival waar de dichters van dienst aan twee voorwaarden moeten voldoen: dichter zijn en jonger dan 35.

De twintig exemplaren die het organiserende En er is' hiervoor in aanmerking vond komen, werden zaterdagavond uitgezaaid over twee locaties. Logische eerste was natuurlijk het Poeziecentrum waar de deuren ook in niet-festivaltijden openstaan voor poezieminnend volk en waar bibliotheek en zolder het geschikte kader bieden voor zowel intieme lezingen als tomeloze optredens...

...Een geheel andere sfeer hing er in het Poeziecentrum, waar voor de zolder het woord gezellig' ooit lijkt te zijn uitgevonden. In die warme nok van houten balken leken niet alleen de dichters maar ook het publiek meer op hun gemak. Het was er fijn luisteren naar onder anderen Els Moors, beloftevolle dichteres in minirok, en de Friese Tsead Bruinja, slechts 32 maar al fulltime dichter. Nu is het Fries wel van dien aard dat zelfs de bijsluiter van een buitenboordmotor nog poetisch klinkt, maar ook bij zijn Nederlandse versies wist Bruinja de aandacht vast te houden.

Bron: De Standaard, 05-03-2006

Nog iets over Het uitzaaiend kaf:

Het kaf is uitgezaaid.

- Awel, Gijsken, 'k heb u nog niet gehoord over het poëziefestival in Gent?
- Heel goed meegevallen, Grijspeerdt, van mijn part een evenement dat mag blijven, en zelfs nog mag groeien.
- Veel volk?
- Rekening gehouden met 't feit dat er over twee localiteiten verspreid werd: ja. Had het niet verwacht.
- En de dichters?
- Voor mij was Maria Barnas de primus. Haar duoperformance met Tsjitske Mussche was de max, en haar solo was van een ontwapenend naturel. Mustafa Stitou had ik al aan het werk gezien in de Middagen van de poëzie. Kan knap het publiek naar zijn hand zetten. Wie een fameuze présence heeft op podium is Tsead Bruinja. Om eens een Vlaming te noemen: Miguel Declercq, voor de kwaliteit van zijn gedichten. Els Moors lijkt me veelbelovend.
- Allee, allee, Gijsken, ge gaat toch niet alleen goed zeggen zeker?
- Bah, niets is perfect, Grijspeerdt. Het duo Blé-Cooreman maakte geen gebruik van wat een duo-optreden kan geven. Harmens is mij te geblaseerd schreeuwerig. Doemlicht is schreeuwerig zonder blasé en had ik veel meer van verwacht. Bij de afsluiter Verhulst vond ik een te opvallende tegenstelling tussen de sportgedichten en de zwartgekleurde "serieuse" gedichten. Wat is pose en wat is echt?

Bron: http://desyssepanne.web-log.nl/desyssepanne/2006/03/index.html

terug naar boven


Poëzienacht vergt hersengymnastiek

Bredevoort stond afgelopen weekeinde in het teken van de dichtkunst. Zaterdagavond vond bij molen 'Prins van Oranje' de tweede Bredevoortse Poëzie Nacht plaats, met Nederlandse en Duitse gedichten.

Klokslag negen uur zijn zaterdagavond aan de voet van de Bredevoortse molen 'Prins van Oranje' alle houten picknickbanken bezet en worden er voor de laatkomers stoelen bijgezet. Een didgeridoo weerklinkt en de schapen in de naastgelegen wei blaten lustig mee.

Circa honderd bezoekers zijn gekomen voor de voordrachten van zes dichters, van wie er drie uit Duitsland komen en drie uit Nederland. De tweetalige ontmoeting in poezie mondt uit in voordrachtskunst en vergt tot middernacht de nodige hersengymnastiek van het gemengd Nederlands/Duitse publiek.

De bezoekers krijgen tijdens de tweede editie van de Bredevoortse Poezie Nacht bij aankomst een handzaam kartonnen doosje. De Duitstalige presentator Rainer Heeke noemt dit ook wel de 'Pappschachtel'. De cryptische aanduiding op het deksel 'mZPN8' staan voor Midzomer Poezie Nacht. Een gelimiteerde en genummerde oplage van 150 stuks, met daarin losbladige achtergrondinformatie over de optredende dichters, aangevuld met enkele gedichten.

De poeziebox bevat daarnaast het programma-overzicht en een curieus neusfluitje. 'Even signeren', zegt organisator Henk Visser na overhandiging en spuit een penetrant parfum op de deksel.

De lichtvoetige verschijning van de in het wit gehulde Wilma Lamers (bekend van toneelgezelschap Tejatertick) die een mini-veldboeketje uitreikt, lijkt uit het niets op te doemen. Haar non-verbale optreden vormt een mooi contrast op deze avond waarop het gesproken poetische woord centraal staat. Of zoals dichter K. Michel het in eigen woorden uitdrukt: 'Klinkers rijgen zich tot woorden aaneen als fris drogend wasgoed.' Het is typerend voor het rechtstreekse taalgebruik in zijn dichtwerk, waarvoor hij onder meer de Herman Gorter- en Jan Campertprijs ontving.

Hij brengt een Zweeds gedicht ten gehore als verjaardagspresentje aan collega-dichter Tsead Bruinja, omdat: 'Het Fries in mijn simpele kop klinkt hetzelfde als het Zweeds. Ik mag overigens graag naar Tsead's Friese voordrachten luisteren.'

De jonge Friese dichter heeft eerder deze avond het spits afgebeten. Dat Bruinja's gedichten in de smaak vallen, blijkt wel uit de verkoop van zijn bundels in het boekenstalletje tegenover de bar.

Het Spaans is afkomstig van de veelzijdige en maatschappelijk bewogen Cubaanse dichter en cineaste Elvira Rodriguez Puerto. Haar voordrachten worden door haar chauffeur in het Duits vertaald.

Tijdens de dynamische, ritmische voordracht van Barbara Kohler, met vertaald werk van Gertrude Stein, vinden bier en wijn gretig aftrek. Twee zussen uit Winterswijk verklaren in de pauze dat ze mede daardoor en de slechte verstaanbaarheid van Kohler haar woordenvloed en woordgrapjes niet konden volgen. Beiden geven bovendien aan dat er meer bij komt kijken dan alleen het kunnen verstaan van de Duitse taal om een gevoel bij de poezie te krijgen. Een man en een vrouw uit Winterswijk verklaren om dezelfde reden het jammer te vinden dat er zoveel in het Duits voorgedragen wordt.

De vrouw is vooral gecharmeerd van de heldere en tegelijk beeldende poezie van Maria Barnas, de jongste dichter van de zes genodigden. Een jonge Ruurlose vrouw is juist blij met de Duitstalige voordrachten en is bijzonder onder de indruk van het krachtige, gepassioneerde optreden van dichteres en kunstenares Gisela Kraft, met 68 jaar de oudste performer van deze avond. Alle vijf loven unaniem de sfeer, de sprookjesachtige verlichting en de kunstzinnige beeldprojecties van Martin Katelhon die de Prins van Oranje doet oplichten in het donker. De bezoekers gaan zoals ze gekomen zijn: onder begeleiding van Dorothee Hahne's didgeridoo-klanken.

Bron: Dagblad Tubantia / Twentsche Courant, 18-07-2005

terug naar boven


'Prachtig, prachtig'- Theodor Holman tijdens het programma Desmet Live over de voordracht van een gedicht door Tsead Bruinja - April, 2005

terug naar boven


Een literaire jukebox op Schiermonnikoog

Door Asing Walthaus

SCHIERMONNIKOOG [ Driek van Wissen is al lang Dichter des Vaderlands, maar de pennen die hij heeft laten drukken om mensen over te halen op hem te stemmen, zijn nog niet op. Gisteravond deelde hij er nog een paar van uit in Hotel Van der Werff op Schiermonnikoog, tijdens de nazit van 'Schrijvers om de Noord'. Dat is een tweejaarlijks literair festival op het eiland, dat gisteravond begon met een reeks korte voorlezingen in het ontmoetingscentrum, een kerkgebouw.

De setting voor deze derde editie had niet mooier kunnen zijn: buiten dwarrelde sneeuw in het vuurtorenlicht. Wel hielden de ongeveer honderd
bezoekers van de openingsavond hun sjaals om, want echt warm werd het niet. Twaalf schrijvers en columnisten lazen er hun werk voor, elke vijf minuten een ander, als in een literaire jukebox. En tussendoor was er muziek.

Presentator Piet Piryns - hij presenteert ook de Nacht van de Poëzie in Utrecht - zette meteen de toon met zijn amusante aankondiging van de eerste dichter, Anton Korteweg, directeur van het Letterkundig Museum in Den Haag ,,en van de Jan Campertstichting, maar daar zullen we het vandaag niet over hebben''. Korteweg had het er later bij de nazit nog wel even over: hij zit met de zaak in zijn maag, nu dit weekeinde bekend werd dat Jan Campert misschien niet de verzetsheld was waar hij altijd voor is versleten.

De nadruk lag op schrijvers uit de drie noordelijke provincies, maar er werd ook over de grens gekeken. De Duitse schrijver Carl-Heinz Dirks was van de partij met zulk plat-Duits, dat hij er zelf verbaasd over was dat mensen het hadden verstaan. Naast Fries, Gronings, Drents en Nederlands klonk er Engels (Tsead Bruinja las Kerouac voor) en Russisch (Jean Pierre Rawie las Aleksandr Blok voor). Piryns, die uit Gent komt, herkende in elk dialect West-Vlaams.

Opvallend was Jan Veldman uit Doodstil, zanger, cabaretier en toneelschrijver (onder meer voor Orkater en Tryater), die een tango van Carlos Gardel van een Groninger tekst had voorzien. Bij het refrein, dat inzet met een krachtig: ,,Wel godverdomme wat 'n ellende'' verstrakten een paar gezichten, al schoten andere bezoekers in de lach. ,,Dit was wat we noemen vloeken in de kerk', stelde Piryns vast.

Bij de nazit speelde Veldman nog een reeks liedjes, voor een geanimeerder publiek dan het in het ontmoetingscentrum was geweest. Maar toen zaten er ook al wat drankjes in de nog aanwezige dichters.

Uit alle nabesprekingen bleek, dat men het optreden van Tsjêbbe Hettinga het indrukwekkendst had gevonden, ook al voegde menigeen toe er niets van te hebben verstaan. Na het voorlezen had Tsead Bruinja een Nederlandse vertaling van Hettinga's werk voorgelezen. Ook had Bruinja overigens het spreekgestoelte opzij geschoven, om Hettinga de ruimte te geven. Zodat het slotstuk van de avond, Dichter des Vaderlands Van Wissen, het katheder puffend weer op zijn plaats moest tillen. ,,Als je Friezen hun gang laat gaan wordt alles anders'', mopperde hij. ,,Maar ik had me voorgenomen geen kwaad woord meer over Friezen te zeggen, dus dit heeft u niet gehoord.''

Een gedicht voor het vaderland had hij nog niet, maar wel een vers van vorig jaar over Ruud Lubbers, na de eerste geruchten over 's mans vrije omgang met dames. ,,En zo maakt Ruud zich ook persoonlijk sterk / voor nog meer nobel vluchtelingenwerk'', eindigde het, zodat iedereen grinnikend de sneeuwnacht in kon, naar de nazit waar nog veel meer te lachen viel.

Bron: Leeuwarder Courant, 23-02-2005

Spraakverwarring op Schiermonnikoog

Door Job van Schaik

Schiermonnikoog heeft een literair festival met een heel eigen karakter. Dat kan na de openingsavond van de derde editie van 'Schrijvers
om de Noord' rustig gesteld worden. Meertaligheid is de kern van dat karakter. Want waar elders hoor je in een tijdsbestek van een half uur bijdragen voorbij komen in acht talen? De Babylonische spraakverwarring begon in het steenkoude Ontmoetingscentrum al in de openingstoespraak van de (Friese) wethouder van Schier die in het Gronings losging; een Vlaming - Piet Piryns - praatte daarna de dichters en schrijvers aan elkaar; Jean Pierre Rawie maakte van de gelegenheid gebruik om een gedicht in het Russisch voor te dragen; Tsead Bruinja deed het in het Engels, Fries en Nederlands en de uit Emden afkomstige Carl-Heinz Dirks vertelde een verhaal in het plat-Duits. "De verleiding om in het Antwerps te gaan praten is groot, maar ik zal me inhouden", beloofde ceremoniemeester Piryns gelukkig, want het was wel wat veel omschakelen, al die talen. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de taal van de ironie van Anton Korteweg, zoals in het ultrakorte gedicht Nee, dan wij:

Arme jeugd al die toekomst

Of over de taal van de 'aanstekelijke somberheid' van Rawie of de overdonderende muzikaliteit in de 'rurale poëzie' van de Drentse dichter Erik
Harteveld. Of de taal van het volk van Dichter des Vaderlands, Driek van Wissen. 'Schrijvers om de Noord' werd in 2001 voor het eerst gehouden, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van tijdschrift Noorderbreedte. Het was de eerste keer dat Drentse, Groningse en Friese dichters op een festival werden samengebracht. De VVV van Schiermonnikoog heeft de organisatie nu overgenomen. "We willen proberen ook in de wat stillere periodes wat te brengen", zegt Frank Langstraat, die zelf de bezoekers ontvangt. "Ik hoop dat de mensen speciaal voor dit festival naar Schier gaan komen. Zoals bij het kamermuziekfestival in oktober. En ik zie nu al veel mensen van de wal in de zaal zitten." Bron: Dagblad van het Noorden, 23-02-2005

terug naar boven


De extraverte Fries

door Ron Rijghard

..Het festival begon zaterdagavond met vier veelbelovende dichters: de genomineerden voor de Jo Peters Poëzieprijs, een prijs voor een jong oeuvre, bestaande uit één of twee bundels. Dat waren Maria Barnas, die schoorvoetend voordroeg, de extraverte Fries Tsead Bruinja, de absurdist Peer Wittenbols en Hagar Peeters.

(Bron: NRC, 20-04-2004)

terug naar boven



Meanderende evocaties van ontzette geplette sonnetten

door Linguina

De volgende kandidaat was de inmiddels in Amsterdam wonende Fries Tsead Bruinja. Opmerkelijk is dat, hoewel de gedichten van Tsead de indruk wekken in een vloek en een zucht geschreven te zijn, ze op het podium er een wezenlijk kenmerk bij verwerven. Het worden meanderende evocaties van ontzette geplette sonnetten. Zijn optreden was als een diapositief van een vallende sterrennacht. Tsead takelt de taal soms toe opdat het instinct de wil overneemt, opdat het hartebeest sprakeloosheid woordenstromend het hoogste woord krijgt. Bovendien zet hij veelvuldig de val van het toeval, om de geest van het vlees op zijn levendigst gevangen te zetten. Dichten is een voortdurende worsteling tussen toeval en opzet en wat dat betreft gaat het werk van Tsead soms gebukt onder een teveel aan barokke uithalen, wat ten koste gaat van de taalgevoeligheid en subtiliteit. Immers hoe vrijer de taal hoe meer kans dat ze met zichzelf op de loop gaat. Dichtkunst is volgens Heidegger de oertaal van een volk. Het zijn dichters als Holderling die de taal laten spreken zoals ze nooit gesproken heeft. De dichter is volgens hem dan ook geen maker, geen ziener, geen medium, maar een positie van waaruit de taal spreekt. Ook bij Heidegger dient de oorsprong van de taal in ritme te worden gezocht. Taal zou zijn ontstaan uit een trillingsstructuur. Tsead slaagt erin zijn gewaarwordingen tastbaar te maken en de maalstroom van het moment aan gedachten en gevoelens, handen en voeten te geven. De toehoorder te laten aanvoelen wat het verstand niet kan begrijpen : het is alsof zijn zinnen tastzin proberen te verkrijgen. Tsead laat de taal sprankelen in al haar mateloze materialiteit, waaronder geen andere diepte lijkt schuil te gaan dan de afgrondelijke gewaarwording zelf....de winnaar was Tsead Bruinja. Het hart heeft alles te maken met ritme en resonantie en we hoorden Tsead Bruinja dappere pogingen doen om net als Walt Witman zijn tong in ons hart te laten plonzen. Hij laat de zinnen zelf aan het woord, want hij spreekt haast in tongen. D.w.z. de resonantie van grote voorgangers zijn niet van de lucht, maar hij weet : als hij het gebied onderzoekt tussen zintuigen en geest, dan zijn er eigen ervaringen in voort te laten zingen. De jury vond hem kloten hebben zonder plat te worden en meende dat alles tast- hoor- en proefbaar was tijdens zijn bijzonder goede voordracht. Poezie als een maalstroom van gedachten en gewaarwordingen, als was ‘t het gebed achter de platte werkelijkheid. Niet de associatie maar de dissociatie : met een ontregeling van het vanzelfsprekende voor ogen, worden woorden, begrippen en dingen zonder onderling verband naast elkaar en tegen elkaar aan - en opgezet, zodat er na zijn voordracht een luidruchtige stilte mijn hoofd in en uit golfde en ik mijn hart kon laten uitspreken.

bron: http://www.cafehelmers.nl/dichtersinhelmers/04042004/index.htmlterug naar boven


Fris en energiek

door Edwin Fagel(...)

De jongelingen (ook o.a. Dimitri Verhulst, Tsead Bruinja, Hagar Peeters) stelen de show, en daar kan ik alleen maar tevreden over zijn. Het maakt de Nacht fris en energiek(...)

bron: De recensent

terug naar boven


Dit lukt hem niet

door Anton de Goede

(...)Aan de sinds kort in Amsterdam woonachtige Friese dichter Tsead Bruinja is het dan om het succes van Stitou te overvleugelen. Dit lukt hem niet. Al probeert hij de aandacht te krijgen door nogal cabaratesk in zijn inleiding op een titelloos - gedicht te melden dat het hier een 'advies aan onze fietsende minister' betreft. Donner dus (?). Dan volgt een loffelijke poging van de dichter op deze avond waar al genoeg te lachen valt een iets serieuzer en complexer werk te laten horen. Jammer: het publiek weet weinig raad met de regels: 'na een lange tocht door de kanalen / wordt het gat in de kajak gedicht met spek / onze achteruithollende ogen de vermoeide fooi / van mensen die mensen nadoen.' Het gedicht niet eerder gepubliceerd is gelukkig opgenomen in de speciaal deze nacht door Vredenburg uitgegeven bundel waarvoor de meeste deelnemers putten uit reeds bestaand werk.
(...)Zijn het de presentatieteksten van Korteweg en Pyrijns die de hele nacht al weinig inspirerend waren? Zeker: een kwinkslag hier, een woordspelinkje daar, maar wat de werkelijke urgentie is van het gebodene komen we in de aankondigingen maar steeds niet te weten.
Misschien is die urgentie bij sommigen wel helemaal niet aanwezig? De gedichten van Benali, geinspireerd op de zeven hoofdzonden, mogen dan enigszins cynisch en rauw aandoen, al wat blijft hangen zijn flauwiteiten van het type: 'Wie een grotere heeft dan ik, wil die opstaan om te bewijzen dat hij uit zijn nek lult.' Men moet daarbij onwillekeurig terugdenken aan het gedicht van Stitou waarin hij de poëtische helden van weleer bezong, bij wie er heel wat meer op het spel stond dan dit soort oubolligheden. Vaandrager, Arends, Moonen, waar zijn jullie?

(bron: http://www.vpro.nl/nacht2004)

Oordeel zelf en beluister de voordracht via bovenstaande uitstekende website!

terug naar boven



Door liefde geïnspireerd

(...)Want hoe anders is de jonge generatie die op deze Nacht van de Poëzie zo goed vertegenwoordigd was. Alcohol, drugs en de zelfkant van de maatschappij vormen geen onderwerp meer, het is de liefde die jonge dichters als Dimitri Verhulst (1971), Tjitske Jansen (1971) en Tsead Bruinja (1974) inspireert(...)

(bron: Volkskrant,29-03-2004)

terug naar boven



Eerst bevlogen later gematteerd

door Annette van den BoschHet is jammer dat op dat moment de avond (na de voordracht van Mustafa Stitou - red.) niet werd besloten, want de voordracht van Abdelkader Benali als sluitstuk was niet best. Hij was duidelijk bijzonder gespannen. Ik hoop voor hem en het publiek dat zijn gedichtkeuze en voordracht bij de opening van de 25e Nacht van de Poëzie beter is. Als thema volgend jaar beveel ik aan 'lachend gras' uit Tsead Bruinja's liefdesgedicht, dat hij eerst bevlogen las in het Fries en dat hij vervolgens in gematteerde versie in het Nederlands voordroeg. (bron: De Meanderwebsite)terug naar boven


Uit: De Nachten op slofjes Door Sasha Van der Speeten
(...) Veel minder volk bij de Nederlandse dichter Tsead Bruinja die zich een onvervalste beat poet toonde. Hij bracht lieflijke, bitterzoete gedichten, met een rollende cadans en een razend ritme. Zelfs een vers in het Fries kon bekoren. (...)

(bron: De Standaard, 02-02-2004)terug naar boven



(...) Wie vroeg uit de veren was, kon naar het Tivoli Writers Block. Initiatiefnemer Jack Nouws verzamelde een bonte stoet literatoren om zich heen en liet daarmee zien dat literatuur ook cool kan zijn. Alleen al de manier waarop hij de mensen in de zaal aanspreekt - 'Dag Paradijsvogeltjes van me'- is een reden om hierbij te zijn.
In het onderdeel 'Beeldspraak' wordt tekst aan beeld gekoppeld en andersom. Terwijl dichter Tsead Bruinja een verhaal in het Fries rapt over een grafdelver, lijkt het of hij ronddoolt in de gewelven van een gigantisch kasteel. Prachtig gedaan.
Dan zijn de dichters van de Poetry Slam aan de beurt; in twee keer twee minuten strijden zij om de gunst van hun gehoor. De applausmeter maakt uit welke dichter vandaag het beste is. In een spannende eindstrijd wint Erik Jan Harmens van Tjitske Jansen. (Trouw, 26-08-2002)

terug naar boven


Kamagurka en bruinja grommen in het Fries

Door Fedde Dijkstra

Leeuwarden - "Mensen van twee meter komen nooit op het idee zich te verhangen. Ze begrijpen niet wat hoogte doet" Nee, dat was gisteravond niet de zoveelste quasi diepzinnigheid van Kamagurka. Het was een regel uit een voordracht van dichter Tonnus Oosterhoff. Drie Nederlandse dichters voor de pauze en een Vlaamse stand-up comedian erna, het bleek geen ongerijmde combinatie in de Harmonie te Leeuwarden. Eén verbinding was er op voorhand: spelen met taal en klanken kan heel vermakelijk zijn. Het was Landelijke gedichtendag. Voor de Stichting Literaire Activiteiten Leeuwarden aanleiding om bij schrijver Kees 't Hart drie dichters van zijn keus te laten aanschuiven: Tsead Bruinja (1974), Tonnus Oosterhoff (1953) en Nachoem Wijnberg (1961). De tendens dat Friese dichters in Groningen gaan wonen, zit daar soms een systeem achter, wil 't Hart van Bruinja wel eens weten. Nee dus: "Ik was nog geen Fries dichter toen ik in Groningen ging wonen. Toen was ik nog een Engels dichter. Denk ik...Dácht ik." Dat Bruinja's werk soms aan Amerikaanse blues doet denken, kan wel kloppen, zegt hij. Bruinja heeft veel Engelstalig werk gelezen van onder anderen Allen Ginsberg, Jack Kerouac en Walt Whitman. Maar Bruinja bedient zich ook vraag van het Fries, vooral omdat het zo lekker ruw klinkt: hij heeft er de laatste tijd "een soort grom" in ontdekt die hem erg aanspreekt. "Zo van: Blau as it hert fan in flamme slikket de see...", gromt hij even voor.Grommen in het Fries, dat blijkt na de pauze Kamagurka ook te kunnen. Hij ziet zijn teksten niet zozeer als absurditeiten, maar meer als extreem doorgevoerde logica. Zo maakt hij zijn eigen indeling van het dierenrijk: er zijn twee soorten dieren, dieren die je gemakkelijk en dieren die je moeilijk in tweeën kunt knippen. Daarover wisselt hij vervolgens met de zaal van gedachten. Een reiger is die gemakkelijk door te knippen? Dat hangt ervan af. Wat is dat eigenlijk in het Fries? "'t Hinget der fan ôf", leert de Vlaming vlot. Dat regeltje steekt hij in z'n zak om het te pas en te onpas weer te voorschijn te halen. "Jullie dialect en da van ons da's helemaal niet zo verschillend", stelt hij vast. Kamagurka's bewegingen en gelaatsuitdrukkingen op het toneel zijn precies die van de figuren die hij tekent: gekromde ellebogen, verstarde grimassen. Ze sluiten perfect aan bij zijn teksten, die hij grommend en fluisterend brengt, als lied ('Je sloeg mij met de hond van de buren'), als doktersmop of als toneelstuk ('Handbagage'). Navertellen is net als bij een cartoon eigenlijk onbegonnen werk: Kamagurka is een wandelende cartoon. Soms flauw en melig, soms tegen het geniale aan. Niet zo vreemd dat schrijver Gerard Reve de Prijs der Nederlandse Letteren die hij over de post ontving, naar Kamagurka heeft laten doorsturen om deze naar eigen goeddunken "op te waarderen". Kamagurka - Kama voor intimi, Luc Zeebroek voor de burgerlijke stand - komt op 28 februari voor de dag met het resultaat, vertelt hij desgevraagd. Er wordt dan een tentoonstelling van zijn schilderwerk geopend in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Daar is dan ook de bewerkte oorkonde te zien. Op Kama's website kan iedereen intussen de grote literatuurprijs alvast op z'n eigen naam schrijven en uitprinten. Door tussenkomst van Kamagurka deelt volksschrijver Reve zo zijn bekroning met het volk. (Leeuwarder Courant, 01-02-2002)

terug naar boven
declameren bij de koffieautomaat

door Reinier Spreen

Academie Minerva had gisteravond weinig te bieden aan Raoul Thepen, Tsead Bruinja, Sieger M. Geertsma en Alan Joseph, tezamen het collectief ‘Gewassen’. Ze moesten het doen met de kantine van het gebouw. Hun multimediale show verloor bij voorbaat iets van het gewenste effect. De sfeer van verveelde koffiedrinkers hing er nog rond, en op de koop toe speelde de avondconciërge, die het liefst naar huis wilde, plagerig met het alarm.Groningen – Het enthousiasme van de drie podiumgangers – Joseph bleef achter de knoppen van beeld en geluid – maakte veel goed. Rond het thema ‘water’ brachten ze een voorstelling waarin woord, muziek en animatie bij tijd en wijle aangenaam samenvloeiden. Bruinja en Geertsma legden zich daarbij toe op de poëzie. Als vaak geziene gasten op de Groninger podia waren ze zichtbaar elke onwennigheid voorbij en declameerden ze goed verstaanbaar en met gevoel voor show hun teksten. Dat die niet altijd even goed aansloten bij het beloofde thema was in de gekozen vorm door de vingers te zien, spijtiger was dat ze soms zo’n waterval aan woorden uitstortten dat de gedichten in zichzelf leken te verdrinken. In het slechtste geval was alleen nog de vorm over om gevoelens op te roepen, en moesten de toeschouwers zich vooral verlaten op wat er achter de dichters geprojecteerd werd.FriesVooral de raps van Geertsma, die à la Paul van Ostaijen van kreten aan elkaar leek te hangen gingen niet zelden aan dit euvel ten onder. Bruinja deed het rustiger aan de odes van Tsjêbbe Hettinga, en weten in voldoende rust een mooie melancholieke sfeer op te roepen. Dat hij zich soms geroepen voelt om in het Fries voor te dragen is jammer; in één geval viel voor mensen die de oude taal niet machtig zijn niet meer op te pikken dan de woorden ‘vinex’ en ‘laminaat’.Beide heren werden in hun presentatie begeleid door Thepen, die zichzelf als instrument gebruikte en als ‘beatbox’ fungeerde. Zijn met de mond voortgebrachte drumgeluiden boden vooral voor Geertsma een goede ondergrond. De muziek die Joseph uit de computer toverde varierend van sjamanenzang tot hiphop en dance, werd er mooi door gecomplementeerd. Wat zijn gezongen intermezzo’s moesten voorstellen wist Thepen echter niet overtuigend duidelijk te maken. Sportmerkslogans als  ‘everything is everything / so keep the rhythm flowing’ wekten de indruk dat hij ondanks zijn welcome bijdrage niet helemaal op zijn plek was in deze formatie (Nieuwsblad van het Noorden, 11-01-2002)

terug naar boven


HET WOORD = BEELD GEWORDEN RARE AVOND
 
Nijmegen - Het had zo mooi kunnen worden, een avond over de samengang van poezie, soundscapes, beeldende en videokunst, met debat en performances. Toegegeven: de performances waren geslaagd. De writers in residence Halter en Fierens, wederom begeleid door contrabassist Nicolas Rombouts zetten geslaagde voordrachten neer en vooral Jürg Halter wist op het eind van de avond met beklemmend absurdistische gedichten het rumoerige publiek stil te krijgen. Ook Arjen Duinker en Elvis Peeters droegen op waardige wijze hun gedichten voor. En ook de strakke voordracht van het gedicht van Albertina Soepboer door Tsead Bruinja en een van De Dichters uit Epibreren (die in het zwart) mocht er wezen: een publiekslid vertelde me dat gedicht 'een mix van analyse en passie' en 'een hoogtepuntje van de avond' te vinden...((Liesbeth van Dalsum, Epibode, 21-11-2001)


terug naar boven


friezen schrijven in taal van het hart


In een Amsterdamse cultuurtempel luisterden honderden liefhebbers een middag lang naar Friese literatuur. ,,Fryslân boppe'', aldus de organisatie.

Door Ward Wijndelts

AMSTERDAM, 19 NOV. ,,Fries is de taal van het hart, Nederlands de taal van de bijbel.'' Zo verklaarde dichter Harmen Wind gistermiddag zijn liefde voor zijn moedertaal, het Fries. Hij deed dat in de goedgevulde Amsterdamse cultuurtempel Felix Meritis, waar op de manifestatie 'Vers uit Friesland' de Friese literatuur centraal stond. De Friestalige dichters, romanciers, muzikanten en theatermakers dwongen respect af bij het voornamelijk randstedelijke publiek.

Aanleiding voor de dag, geïnitieerd door het Nederlands Literair Produktie-en Vertalingenfonds, was de kleine hausse aan Friese boeken die dit najaar in Nederlandse vertaling op de markt komt. Een daarvan, de dichtbundel Jij bent zacht als zomerregen, zorgde vorige week voor commotie, toen bekend werd dat dichter Eeltsje Hettinga de broer van Tjêbbe eist dat de complete oplage wordt vernietigd, omdat een gedicht van hem zonder toestemming werd gebruikt.

Samensteller Jabik Veenbaas en Eeltsje voorkwamen echter dat er Frysk bloed de Keizersgracht invloeide. Er hing een gemoedelijke sfeer. Dat kwam door het Friese boekenmarktje en de boekenbus voor de ingang, maar ook door de dame met op haar wollen trui de Friese vlag, compleet met pompeblêden. Het ruim tweehonderdkoppige publiek boven verwachting groot was jonger dan bij een gemiddelde literaire bijeenkomst. Ook leken er aardig wat niet-Friezen te zijn. Toen presentator Gryt van Duinen, bekend van Omrop Fryslân, vroeg of de mensen die in Friesland woonden hun hand wilden opsteken, bleken dat er slechts dertig te zijn. Het aantal Friestaligen lag op ruim honderd. 

Maar Friestalig zijn betekent nog niet dat je het ook kunt schrijven, benadrukte de jonge dichter Tsead Bruinja (1974). Om het beperkte idioom van gesproken Fries te illustreren citeerde hij een denkbeeldige dialoog in de supermarkt: ,,Hé jo, hoe ist? / Ja, bêst. / Hoi. / Hoi.'' Dichter Margryt Poortstra sprak van een ,,onbekend gebied, wat je niet als spreektaal hebt meegekregen en zelf moet leren.'' Grote afwezigen bij het dichtersoptreden waren Albertina Soepboer en Tjêbbe Hettinga. Die laatste was door ziekte geveld te zien op video, net als de oude Theun de Vries.

De romanciers lazen, net als de dichters, voor in het Fries, terwijl de Nederlandse vertaling boven hun hoofd werd geprojecteerd. Een mooie oplossing, want daardoor werd duidelijk hoe melodieus de Friese taal kan zijn. Trinus Riemersma kreeg voor zijn optreden het eerste exemplaar van de vertaling van zijn roman Na de klap (Nei de klap) uitgereikt. Riemersma, een man met een woeste baard en tatoeages, wist zich nauwelijks raad met de aandacht. Ook Durk van der Ploegs verhaal De brief, over een oude man en zijn herinneringen, vormde een hoogtepunt.

Het gesprek tussen schrijver Kees 't Hart en Foppe de Haan, coach bij SC Heerenveen, ging over sport en strips, en dan met name over de wondermidvoor Kick Wilstra. Het is een bewijs van de veelzijdigheid van de middag, die ruim zes uur duurde. Na het optreden van toneelgezelschap Tryater verdween het publiek langzaam van de zaal naar de bar, waardoor de muzikanten niet de aandacht kregen die ze verdienden. De randstad was onder de indruk van de Friese cultuur. Zoals Friezin en Produktiefonds-directeur Rudi Wester het verwoordde: ,,Fryslân boppe!''

Tsead Brunja, fragment uit Brêgeman (Brugman / Bruidegom) uit de te verschijnen bundel De man dy't rinne moat (De man die lopen moet):

wyldfrjemd wie sy net dy't my it nijs brocht
fan dyn oankommend ferstjerren ik tocht
dan sil ik sjonge sjonge om wat
ik noch fan dy wit foar de helsdoarren

wei te skuorren krij ik it ferjitboek
op skoat en begjin út dit deade skrift
dat ik net machtiger bin as
hokker taal ek dy op te fiskjen

Nederlandse vertaling:

wildvreemd was zij niet die mij het nieuws bracht
van je aanstaand sterven ik dacht
dan zal ik zingen zingen om wat
ik nog van je weet voor de poorten van de hel

weg te slepen pak ik het vergeetboek
op schoot en begin uit dit dode schrift
dat ik niet machtiger ben dan
welke taal dan ook je op te vissen

(NRC, 19-11-2001)

terug naar boven
de vloeibare beat

‘Gewassen’ beleeft wedergeboorte op het podium

door Petra Else Jekel
 
We gingen zwemmen in een zwembad heel ver weg. Ik kende het al, want we waren er eerder geweest. Het had stroomversnellingen, bubbelbaden, bruggetjes en palmbomen. Het was mijn broers verjaardagsfeest en ik was ongeveer acht. In mijn groenblauwe badpak spetterde ik vrolijk in het rond, hapte na het plonsen van de glijbaan naar lucht, maar slikte water: chloorwater.
 We waren op de camping en het was mei. Ik was nog steeds geen tien. Na het zwemmen in het rechthoekige bad was het altijd al bedtijd. De holle zaal rook sterk naar chloor; langs het bad liep een handig rooster.
We waren samen in het zwembad met de drijvende speeldingen. Het was heel spannend want jij was mijn grote nicht. Er was een bar met ijs en patat, maar we namen Slush Puppi; het was in de jaren tachtig. Het ijzige goedje in groen, rood, blauw: ik kende het niet en schrokte er van zoals van het zwemwater; en weer moest ik kotsen.
Deze herinneringen aan zwembadwater in combinatie met het drinken van Slush Puppi kwamen in mijn gedachten op tijdens het bijwonen van de tekst- geluids- en beeldperformance van de Groningse groep ‘Gewassen’ (ook wel gespeld als ‘gwssn’). De naam van de dit najaar opgerichte groep doet vermoeden dat de vier heren – want dat zijn het – zich van te voren met water en zeep goed onder de oksels gewassen hebben om zo fris mogelijk over te komen op het publiek: een Literair Lokaal vol aandachtige luisteraars die op de dinsdagavond 13 november naar de Schrijversschool te Groningen waren gekomen.
Dit (was)water was dan ook een van de centrale motieven waar de ongeveer vijftig minuten durende voorstelling om draaide. Het kwam in allerlei vormen terug: dichter/muzikant Tsead Bruinja droeg in het Fries voor over het bevroren water in de Friese vaarten en sloten waarop hij met een vader schaatsenrijdt; hiphopdichter Sieger M. Geertsma ‘rappraatte’ in het Nederlands over het staalblauw van een dreigende onweerslucht boven een op zee afstevenend schip; human beatbox Raoul Thepen deed naast Engelse gedichten ook losse letters die de haast vloeibare beat vormden die Geertsma en Bruinja als ritme voor hun voordracht overnamen; tot slot Alan Joseph die computeranimaties verzorgde van onder meer eendjes in een vijver en een wasmachine.
De verwerking van al dat water in animatie, tekst en muziek, werd afgewisseld met lollig bedoelde stukjes waarin de als een soort mascotte gebruikte Slush Puppi (een hondje met het gelijknamige drankje in zijn poot) werd opgevoerd. De Puppi bleek Duits te praten en het oeuvre van Rutger Kopland – mystificerend opgevoerd onder zijn eigen naam Rutger van den Hoofdakker – uit het hoofd te kennen, gezien de Duitse Slushversie van het welbekende gedicht ‘jonge sla’. Hoewel ik daarom wel kon lachen – maar betwijfel of de rest van het publiek deze grap ook begrepen had, aangezien mijn lach de stilte akelig verbrak –, vraag ik mij wel af wat deze grap aan het geheel toevoegde. 
 
Water en vuur
 
Op het laken, dat dienst deed als projectiescherm voor Josephs animaties, kwam een doos aangesprongen: een ‘beatbox’, zoals de opdruk verried. Thepens hoofd kwam ook in beeld; zijn mond at alle letters die vanuit de beatbox naar hem toe kwamen vliegen. Ondertussen herkauwt de echte Thepen de p, t en k een beetje voordat hij alles in een vloeiende mondbeweging door elkaar gooit in een ritme en versnelt.
Even later verkennen Geertsma en Bruinja in duetten ‘het lichaam’,  de stad’ en ‘het water’ in zinnen als: “het water was de route, een kaart naar de sterren”, “drie dagen stilte is drie dagen dauw”, “dit is Stad, ik ben Specht”, “het lichaam de stad, zijn vingers graaien wereldas”. Er is sprake van een man die in een gevecht, of in elk geval een dialoog verwikkeld met de voor hem belangrijke elementen, zoals ook vuur: “blau as it hert fan in flam sliket de see soms wakker” (blauw als het hart van een vlam slikt de zee soms hevig).
De moderne stadsmens (man) heeft direct te maken met “wetenschap, computers tellen 01010101, matchpoint, PowerPoint, internet, geen plaats voor boeken” en vraagt zich af “zijn we niet verdwaald?” Om weer grip te krijgen op het leven wordt het lichaam in confrontatie met de elementen als oceaan en bliksem, water en vuur gebracht. De narratieve sensatie die dat oplevert is het verhaal van de voorstelling.
Een verhaal dat zich in meerdere lagen tegelijk afspeelt: terwijl Bruinja in de microfoon spreekt, laat een tv continu het beeld zien van het kleine cameraatje dat aan zijn mic bevestigd is. Naast deze letterlijke verdubbeling de figuurlijke vertaling van het verhaal in bewegend beeld. Tussen ruisend grijs door exploderen er klokken, vindt er een celdeling plaats, danst er een man en zwemt er een mens onder water.
Opeens is er alleen nog dit beeld en piano. Michiel Rasker zet met wat romantische akkoorden een sfeer neer, terwijl een verticale baan een koker van water suggereert, waardoorheen de man een spoor van luchtbellen trekt. Heel langzaam zweeft hij door de ruimte van het water, van boven naar onder, en verdwijnt. Het meest geëigende wasmiddel dat aan dit water toegevoegd kan worden heet ‘Poëzie’. Even later stapt de man uit de wasmachine, geheel gwssn, als heeft het water hem herboren doen worden.
Het publiek krijgt na deze transendentale belevenis wijn en water aangeboden. De vier ‘performers’ komen op en maken onder hun welverdiende applaus nog snel even een flauwe grap – we mogen de wedergeboren mannen blijkbaar niet al te serieus nemen. De aanwezige televisiepers wil een praatje met hen maken en het publiek kan met het tekstboek in de zak en een bijzondere, synesthetische ervaring in het hart weer op huis aan – of naar de bar voor meer drank. 
De Slush Puppi vond ik achteraf overbodig, want de performance ontleent zijn betekenis nu juist aan dat verhaal over de wedergeboorte door het water. Tenslotte kan de Slush in een chloorhoudend binnenbad ook beter overgeslagen worden, omdat de maag daar erg van in de war kan raken. (Opspraak, De Groninger Literatuurkrant, november 2001)
terug naar boven


GEWASSEN IN LITERAIR LOKAAL
 
Groningen - In een met apparatuur volgepakt Literair Lokaal in de Schrijversschool te Groningen woonden 45 mensen het eerste optreden van de formatie Gewassen bij. Ademloos luisterden en keken ze naar de met overtuiging gebrachte voorstelling, die zo meeslepend was dat sommige mensen er zelfs van in een trance raakten.
Gewassen bestaat uit dichter/muzikant Tsead Bruinja (1974), dichter/kunstenaar Sieger M. Geertsma (1979), computeranimator/fotograaf Alan D. Joseph (1979) en human beatboxer/kunstenaar Raoul Thepen (1980). Ze brachten een mix van Fries- Engels-, Duits- en Nederlandstalige poëzie en rap, live muziek en gevideobeamde animaties.
Vooral in het begin van het optreden durfde het publiek nauwelijks te reageren, wellicht veroorzaakt door het straffe tempo waarin de verschillende 'nummers' elkaar opvolgden.
Waardoor het mij ontging in hoeverre het publiek begreep dat het Duitstalige gedeelte bestond uit pastisches op verzen van Paul van Ostaijen en Rutger Kopland, opgehangen aan het thema 'Slush Puppies', en voorzien van briljante beelden door Alan Joseph. Die het hele optreden buiten zicht bleef, maar achter het scherm als een gek allerlei computers en apparaten bediende.
Raoul Thepen, de human beatboxer, had een zeer fraaie beatbox-dialoog met Sieger M. Geertsma, waarbij beelden werden vertoond van een kartonnen doos die over de grond beukte en die na een tijdje moeiteloos overging in een beatbox-solo, en deze ging weer over in het volgende gedicht. Alle verzen werden op een bijkans bezwerende wijze gebracht door Bruinja en Geertsma - Bruinja deed ze grotendeels in het fries en Geertsma inhet Nederlands. Hoewel Nederlandse vertalingen bij de Friese verzen geprojecteerd werden, vond ik dat eigenlijk overbodig: de zangerigheid van de taal was genoeg om me mee te nemen in de algehele sfeer. Wie zich dan concentreert op de vertaling raakt daardoor uit de sfeer, wat erg jammer is. Want bij Sieger Geertsma's Nederlandse verzen kon ik in principe alles verstaan, maar nooit het hele gedicht volgen. Wat niet hinderde: de sfeer kwam over en net als bij het lezen van een goed gedicht, haal je er als je het hoort elke keer weer nieuwe dingen uit. Een paar soundbites: "Drie dagen stilte / is drie dagen dauw", "Vinex-woningen met kromme kronen op hun kruinen", "De orde van het bestaan / definieertechniek".
Na ongeveer drie kwartier versterkte componist/pianist Michiel Rasker het gezelschap en nam met fijn pianospel de muzikale invulling voor zijn rekening. De 'Gewassenen' deelden vervolgens drankjes aan het publiek uit. Wat bij ieder het vermoeden deed rijzen dat dit de pauze was. Maar nee, het bleek het slot van een zeer verrassende en vernieuwende voorstelling.
Gewassen: volgende voorstelling 23-11, Literatuurfestival de Wintertuin, Nijmegen. (Bart FM Droog, Epibode, 14-11-2001)
terug naar boven
De hete adem van de jeugd

door Peter van Strien

Het is bijna een verademing. Geen acrobatische hoogstandjes, flitsende lichtbundels en megawattende geluidsdecors in 'De Horizon'. De Jeugd Theater School houdt het klein. Een jonge visie op kunst en performance. Tegen negen uur stormt krijgshaftig, het jonge volkje aan. Een sirene loeit. Opgewekte kreten. Een jongen spuugt vuur. De hete adem van de jeugd. Poëzie dus vanavond. Wat is poëzie? Sieger M.G. en zijn gezellen weten het wel. Ook de jonge, hippe dichters bedienen zich van metaforen van tijd, vergankelijkheid en dood.
Een meisje van twaalf roept voortdurend ondeugende dingen naar de performer. Ze hangt, in de kussens, tegen haar vriendje aan. Als het joch opeen "lekker ding" roept wordt hij door het meisje adequaat afgestraft. Jeugd en poëzie. Sieger M.G. produceert een stampende, dampende mix van vrije verzen die af en toe best mogen rijmen of lekker assoneren. Gitarist Tsead Bruinja voorziet de woeste woordenstorm van Sieger van stemmige akkoorden en is ook poeet, zelfs in het Fries. De piepjonge Raoul Tepen, getalenteerd rapper met een prachtige motoriek, verzorgt - als het zo uitkomt - met mond en handen de ritmesectie. Alan zit achter de knoppen en tovert flitsende filmpjes op een scherm. Totdat de stroom uitvalt en het hele programma naar de knoppen is. Het trio schakelt naadloos over op een andere krachtbron: een bewonderenswaardig improvisatietalent.
Er zijn nauwlijks grenzen aan 'De Horizon'. Tot en met zondag elke dag iets
anders.
terug naar boven
terug naar boven
De bekende Friestalige auteur Joop Boomsma laat zich in zijn online-schrijversdagboek bijzonder lovend uit over het werk van Friestalige auteurs te Groningen:
 
Goh!, dacht ik gisteravond. Tjonge! Ik heb dat niet zo vaak. Dat ik denk met uitroeptekens. Maar ik had net de laatste sessie meegemaakt van een ploeg Friese dichters/muzikanten uit de stad Groningen. Een zeer interessant en eigenlijk ook wel vervreemdend gebeuren. Ik was geestelijk geheel blank gaan zitten op zo 'n kerkbank in Theater Romein: laat maar eens zien wat jullie - jonge honden - kunnen, mij te bieden hebben. En gaandeweg werd ik meegenomen op de golvende stromen van de klanken die over ons uitgestrooid werden: stem en muziek. Prachtig vond ik het. Vooral de dialoog van Albertina Soepboer en Tsead Bruinja vond ik indrukwekkend. Poëtisch van toon, klank - maar soms hard en ook wel weer geheimzinnig van inhoud. Die muziek erbij, golvend maar steeds dicht op het ritme van de tekst blijvend.
Hoe anders was trouwens de bijdrage van Meindert Talma. Bijna ontroerend kneuterig zijn zingzeggen, waarbij de klemtoon alle kanten uit leek te gaan.
Ja, dacht ik - op die kerkbank - die Groningers zijn werkelijk bezig iets moois op te zetten. Ik trek mijn twijfels in, ruil die om voor een portie verwachting. Wellicht dat de nieuwe Friese literaire zon tòch in de stad Groningen opkomt.
(Joop Boomsma, 17-2-2001, vertaling Cornelis van der Wal, 21-2-2001)

In het Fries:
(17-02-2001) - Gôh!, tocht ik justerjûn. Tsjong! Ik ha dat net sa faak. Dat ik tink mei útroptekens. Mar ik hie krekt de lêste sessy meimakke fan in ploech Fryske dichters/muzikanten út de stêd Grins. In hiel nijsgjirrich en eins ek wol ferfrjemdzjend barren. Ik wie geastlik hielendal blank sitten gien op sa'n tsjerkebank yn Teater Romein: lit mar ris sjen wat jim - jonge hûnen - kinne, my te bieden hawwe. En geandewei waard ik meinommen op de golvjende weagen fan de klanken dy 't oer ús útstruid waarden: stim en muzyk. Prachtich fûn ik it. Benammen de dialooch fan Albertina Soepboer en Tsead Bruinja fûn ik yndrukwekkend. Poëtys fan toan, klank - mar soms hurd en ek wol wer heimsinnich fan ynhâld. Dy muzyk der by, golvjend mar hyltyd deun op it ritme fan de tekst bliuwend. Hoe oars wie trouwens de bydrage fan Meindert Talma. Suver ûntroerend kneuterich syn sjongsizzen, wêrby 't de klemtoan alle kanten út like te gean. Ja, tocht ik - op dy tsjerkebank - dy Grinzers binne wier dwaande wat moais op te setten. Ik lûk myn twifels yn, ruilje dy om foar in poarsje ferwachting. Faaks dat de nije Fryske literêre sinne al yn de stêd Grins opkomt.
 
Ik wie dus op dat boekefeest, justerjûn yn Teater Romein yn Ljouwert. Ik haw my út en troch plat drukke litten tusken kloften skriuwers en sa, ik haw mei in giel briefke yn 'e hân it rûntsje optredens belibbe (net allegear lykwols, ik die wol in kar), ik haw my nét troch dat alderleafste mar o sa jonge famke ferliede litten ta it keapjen fan it earste nûmer fan Kistwurk, ik haw my de earen fan 'e kop lulle litten en sels withoefolle earen fol luld - it haw in soarte fan skriuwersréuny meimakke. En ta myn eigen ferbjustering fûn ik it gesellich. Faaks dat it dochs wat tafalt mei myn a-sosjalens. Ut en troch. Want dat feest fan justerjûn wie in goed feest.(Joop Boomsma, 17-2-2001)

terug naar boven

Dit speelde zich af op 16 februari 2001 bij het Boekenfeest, de opening van de Friese Boekenweek 2001, waarover de Leeuwarder Courant op 17-2-2001 in het Fries berichtte:

DRUK, DRUK FRIES BOEKENFEEST
 
Leeuwarden- 'Zoveel mensen heb ik in jaren niet gezien op een Fries Boekenfeest,' riep uitgeefster Jelma Knol gisteravond uit in Theater Romein. Ze probeerde tussen de meer dan 250 andere bezoekers bij de tap te komen, maar gemakkelijk was dat niet. De nieuwe opzet, met alleen gasten op uitnodiging en een breed aanbod, is heel goed geslaagd. (...)
In de theaterzaal kon men kennis maken met de Friese dichters en schrijvers uit Groningen, zoals Meindert Talma, Albertina Soepboer, Tsead Bruinja, Cornelis van der Wal en Nyk de Vries. Die hadden een band geformeerd, zodat het soms literaire popmuziek was, en dan weer lieten zien dat poëzie ook gek doen in groepsverband kan zijn.
Het meest werd er gelachen om een dubbeloptreden van Cornelis van der Wal en de Groninger dichter Bart FM Droog. Van der Wal zei zijn gedicht 'Aai en sipel' regel voor regel in het Fries op, Droog gaf er, druk marcherend, steeds een Hollandse vertaling bij. 'Foar my in pikelhearring.' 'Voor mij een pekelharing'. Aanstaande woensdag begint de Friese Boekenweek, het boekenweekgeschenk Berjochten út Boedapest van Douwe Kootstra, is gisteravond ook officieel aangeboden.
(vertaling: Albertina Soepboer, bron Epibode, 18-2-2001)

terug naar boven



 
Poetry slam slijtageslag voor publiek
 
Door REN+ MEGENS
 
ARNHEM - De eerste Arnhemse poetry slam was niet zozeer een veldslag tussen dichters als wel een slijtageslag voor de toeschouwers. Bijna vier uur lang werd het alsmaar in aantal afnemende publiek bestookt met allerlei soorten gedichten en niet van humor gespeende, maar soms te lange aankondigingen van Pef D & Wottafuk.
 
Echt door de mand valt pauze-act Bakboord en Stuurboord. Hun raps zijn puberaal en ontberen elk niveau. Dat bezitten de twaalf dichters (m/v) wel. In meer of mindere mate. Tien opvallende aspecten van een marathonzitting.
 
1. Poëzie in wedstrijdverband is een serieuze zaak.
2. Moeders nemen een speciale plaats in bij de dichtende medemens.
3. Dichter Ilja Pfeiffer is vanwege zijn kritiek op extraverte collega's de gebeten hond bij hen.
4. Friestalige poëzie kent voor niet-Friestaligen een mysterieuze melancholie. Tsead Bruinja toont dit aant.
5. Ook dichters worden geplaagd door onhandigheid. Aandoenlijk is de in podiumlicht badende debutante Marije Langelaar uit Arnhem. ,,Ik zie jullie niet, maar ik geloof dat jullie mij wel zien.''
6. Pure poëzie wint het van getoonzette gedichten, want landschapsdichteres Albertina Soepboer (krachtige intimiteit) en de anekdotische Ronald Ohlsen worden door het publiek op de eerste plaats van deze poetry slam gekozen. Zij mogen een avond in het komende literatuurfestival De Wintertuin inrichten.
7. En niet dichter/pianist Arjan Witte, de Randy Newman-variant die geconcentreerder bezig is dan 's middags in de bibliotheek in Arnhem. Voor tien mensen. En of de Landelijke Gedichtendag leeft in Arnhem.
8. Ook Tommy Wieringa valt buiten de prijzen, hoewel hij gezien zijn act met een plankenkoortsvrije fotograaf het best improviseert. Aantrekkelijke stem en onderwerpen overigens. Peer Wittenbols leest door hem vertaalde gedichten voor. Daartoe behoort onder meer een deel van 'Koning Lear' van Oostpool. Dat belooft wat.
9. H.H. ter Balkt focust op werk uit de jaren zeventig. De oude meester doet buiten mededinging mee aan deze poetry slam. Hij maakt indruk met een aristocratische en fantasierijke aanpak. Toppunt: zijn gedicht over de Schelde.
10. Hectischer opereren de Dichters uit Epibreren die vanwege het blaaswerk meer dan eens als een poëtische suspense-variant van Tuxedomoon klinken. Deze act heeft het hoogste rock & roll-gehalte op een avond waarop de kwantiteit het wint van de kwaliteit. Volgende keer graag een andere winnaar in dit verband.
 
Poetry slam met H.H. ter Balkt, Maria Barnas, Tsead Bruinja, Dichters uit Epibreren, Petra Else Jekel, Marije Langelaar, Ronald Ohlsen, Hagar Peeters, Albertina Soepboer, Tommy Wieringa, Arjan Witte en Peer Wittenbolt. Gezien: 25/1 Musis Sacrum, ARNHEM.
terug naar boven


Over optreden tijdens 'U hoort nog van ons' (Groningen, 2000) Door Bart FM Droog (Vera Krant, 2000) '.....als je als dichter op een poppodium staat zul je toch enige concessies aan het publiek moeten doen. Zoals de Friese talige dichter Tsead Bruinja deed, waarvan onlangs de bundel De wizers yn it read verscheen (uitgeverij Bornmeer, Leeuwarden). Net als dat van zijn bundel een Nederlandse vertaling verkrijgbaar is, downloadable bij zijn uitgeverij http:/www.bornmeer.nl/, leverde hij vertalingen bij zijn intense gedichten, in een moordend tempo gebracht.
terug naar boven

door Lilian Japing

terug naar boven