Mowaffk Al-Sawad in de Pers

'Vliegerpost uit Irak' - De Standaard, 14-09-2002
'Wereldplaatje slaat brug naar allochtonen' - Universiteitskrant

terug naar beginpagina



vliegerpost uit irak


Mowaffk Al-Sawad over het leven na Saddam -- en na het verraad van het Westen 

door Gilbert Roox

Aan het einde van de Golfoorlog vocht hij mee met de Irakese opstandelingen tegen dictator Saddam Hoessein. Zijn loon: vier jaar in een gevangenenkamp in de Saoedische woestijn. Kom bij Mowaffk Al-Sawad dus niet aan met het verhaal dat George Bush Jr. het Irakese volk van Saddam wil bevrijden: ,,Amerika en het Westen willen geen democratie in de Arabische landen. Ze zijn doodsbang dat ze dan hun macht over de regio verliezen.''

,,Kom kijken, allemaal Amerikanen op de daken.'' Mowaffk Al-Sawad kon zijn ogen niet geloven. Zeker niet toen hij door kreeg dat de schutters die het hoofdkwartier van de Baath-partij belegerden, opstandige Irakezen waren. De Amerikaanse uniformen waren uit een legeropslagplaats in Koeweit geroofd. Het was 1 maart 1991 en in de zuidelijke stad Basra heerste oproer: brandende huizen, plunderaars, overal lijken. Het portret van Saddam Hoessein op het grote plein werd aan flarden geschoten.
Het waren dagen van totale verwarring. Operatie Desert Storm veegde als een orkaan door het land. Overal was het Irakese leger in paniek op de vlucht, het regime van de dictator wankelde. Ook Al-Sawad was soldaat, maar het front had hij nooit gezien: geen bruggenbouwers nodig in de woestijn. Toevallig had hij een dag verlof toen in Basra de hel losbrak. ,,Dood aan Saddam! Dood aan Amerika!'' riep een duizendkoppige menigte in de straten. De kantoren van de gehate geheime politie werden bestormd, gevangenen bevrijd. Al-Sawad deed mee, hij maakte een kalasjnikov buit.
Vijf uur lang was het opstandige volk de baas in Basra, de tweede stad van Irak. Ook in andere provincies woedde de revolte. Er gingen al geruchten dat Saddam en zijn zoon Oedai dood waren. Toen doken uit het niets de tanks van de Republikeinse Garde op. Saddams privéleger was aan de ravage van het Amerikaanse offensief ontsnapt en omsingelde in geen tijd de hele stad.
Vier weken zou de strijd duren. Met tanks en mortieren veegde de Garde wijk na wijk schoon. ,,Het was een ongelijk gevecht'', zegt Al-Sawad, negentien toen. ,,Je vocht niet in een groep maar ging op pad op een bromfiets of in een auto met alleen maar wat RPG 7-antitankgranaten. Het leger was zo'n oorlog niet gewend, het verloor veel tanks en soldaten. Al kwamen er natuurlijk nog veel meer burgers om. De straten lagen vol lijken van vrouwen en kinderen.''
,,Het uur van de dictator heeft geslagen'', had de Amerikaanse president George Bush aan het begin van het Amerikaanse offensief gewaarschuwd. ,,Ik roep het Irakese leger en het Irakese volk op om hun lot in eigen handen te nemen en een einde te maken aan de dictatuur.''
Holle woorden, zo bleek in Basra. Het Amerikaanse leger stond op een afstand toe te kijken hoe de Republikeinse Garde de opstandelingen afslachtte. ,,We smeekten de Amerikanen om zware wapens. Ze hoefden niet mee te vechten, maar we hadden alleen machinegeweren en een paar granaatwerpers, we waren geen partij voor de tanks van Saddam. Toch weigerden ze alle hulp. We zagen alleen hun straaljagers laag over de stad vliegen. Het leek wel alsof ze wilden dat de opstand mislukte.''
Op 45 kilometer van Bagdad kregen de tanks van generaal Schwarzkopf plots het bevel halt te houden. In Washington bleek Bush van idee veranderd. Bondgenoot Saoedi-Arabië was bang voor een regime van sjiieten in Irak dat zou gaan samenspannen met Iran. Misschien was het handhaven van Saddam Hoessein nog de minst slechte keuze. Hoe gruwelijk daarna ook de repressie in de opstandige provincies uitpakte.
Mowaffk Al-Sawad vertelt over foltering en massaterechtstellingen in Basra, ver van de westerse televisiecamera's. Gewonde opstandelingen werden zonder pardon in hun ziekenhuisbed afgemaakt. In zijn eigen buurt haalde de Garde 21 jongemannen uit de huizen en schoot hen zonder vorm van proces op het marktplein dood. Al-Sawad zelf kon ontsnappen, twee van zijn neven kwamen om. ,,Mijn vader vertelde later hoe de generaal van de Garde zijn revolver trok en de geboeide Karim drie kogels in de borst en twee in het hoofd schoot. De familie mocht de lijken niet weghalen. Ze moesten als afschrikwekkend voorbeeld op straat blijven liggen.''
Tijdens die verschrikkelijke repressiemaand gingen anderhalf miljoen Irakezen op de loop. Bij de vluchtelingen ook Al-Sawad. Duizenden opstandelingen zochten hun toevlucht bij het Amerikaanse leger. Het onthaal was hartelijk. Ze kregen eten en werden vervolgens met vrachtwagens over de grens gebracht. In Saoedi-Arabië sloeg de sfeer snel om. 67.000 vluchtelingen werden geïnterneerd in twee grote gevangenenkampen. Al-Sawad kwam terecht in het mannenkamp Artawiyah: een tentenkamp omringd door prikkeldraad in het midden van de woestijn. Overdag brandde de zon, 's nachts was het vrieskoud.
Wat geen van de Irakezen op dat moment besefte: ze zouden daar jaren blijven zitten, vergeten door de rest van de wereld. ,,We hadden tegen Saddam gevochten en toen hadden ze ons plots niet meer nodig'', zegt Al-Sawad bitter. ,,Ze lieten ons wegrotten in de woestijn.'' Ook vandaag, elf jaar later, blijken er nog altijd 6.500 Irakezen in de woestijn te zitten. De vergeten achterblijvers van de tweede Golfoorlog.
Al-Sawad had geluk. In juni 1994 kreeg hij samen met een groep van 64 Irakezen een uitnodiging voor Nederland. ,,Die blonde vrouwen in Amsterdam'', herinnert hij zich glimlachend. ,,Stel je voor: in drieëneenhalf jaar had ik geen vrouw, geen kind gezien. Alleen maar bedrogen mannen en zand.'' Hij woont nu in een oer-Hollandse doorzonwoning, heeft een Nederlandse vrouw en een zoontje en werkt in een theatercentrum in Groningen. Maar Irak blijft door zijn geest spoken.
,,Ik heb een droom die alsmaar terugkeert. Dan ben ik weer thuis bij mijn ouders en het huis wordt omsingeld door Saddams geheime politie. Nog altijd word ik zwetend wakker. Zo zijn we opgevoed in Irak: je moet schrikken van je eigen schaduw. En dan denk ik: oef, dit is Nederland. Al weten ze me natuurlijk ook hier te vinden. Op een dag kwamen mannen van de geheime politie bij mijn ouders in Basra naar mij informeren en mijn moeder zei dat ik omgekomen was in de oorlog, ze hadden me nooit teruggezien. Niet waar, zeiden de mannen, we weten dat hij Nederlander geworden is.''
In Nederland krijgt Al-Sawad stilaan een beetje naam als schrijver. Hij publiceerde bekroonde gedichten. En volgende maand ligt Stemmen onder de zon in de boekwinkel: een door uitgeverij Passage in Groningen gepubliceerde bundeling van de brieven die hij tijdens zijn internering in de woestijn aan zijn broer Ali stuurde.
Artawijah was een verzameling van vele kleine tentenkampen, elk omgeven door prikkeldraad. Per eenheid zaten zo'n zeshonderd mensen op elkaar gepakt op vierhonderd vierkante meter. Mowaffk kende niemand in zijn afdeling, zijn broer Ali zat vijftig meter verderop. Om met elkaar te communiceren gebruikten de broers allerlei trucs. Ze holden een komkommer uit en verstopten er een brief in en gooiden 'm vervolgens over het prikkeldraad. Of ze prikten de brief vast aan vliegers, die ze oplieten boven het kamp. ,,De Saoedische bewakers wisten niet wat ze zagen: sommige dagen hingen er tientallen vliegers tegelijk in de lucht.''
Op het eerste gezicht was het leven in Artawijah niet zo slecht. De geïnterneerden aten lam, vis en vers fruit. Ze kregen zakgeld: zo'n veertig dollar per maand. En op het einde was er zelfs radio en televisie in het kamp. ,,Maar met hoeveel comfort ook, het bleef een gevangenis'', zegt Al-Sawad. ,,Met één verschil: een veroordeelde kent de duur van zijn straf. Wij niet. Wij zaten daar afgesloten van de rest van de wereld in de woestijn. En niemand wist waarom. We hadden toch niets gedaan om opgesloten te worden? Net omgekeerd, we hadden gevochten tegen Saddam. We voelden ons bedrogen: alsof de hele wereld tegen ons samenzweerde. Vooral het besef dat niemand ons lot kende, was ondraaglijk.''
Wat was het officiële statuut van de geïnterneerden? Niemand wist het. ,,We waren geen krijgsgevangenen, anders hadden het Rode Kruis en de Verenigde Naties zich tenminste om ons bekommerd. We waren totaal vergeten door de wereld. En de Saoedi's leken van plan ons levenslang vast te houden. Dat konden ze probleemloos betalen.''
,,Het lijkt of we in het stenen tijdperk leven '', schrijft Al-Sawad in een van zijn brieven. ,,Ik bekijk de anderen alsof ze gek zijn. We lijken op leden van een primitieve stam, onze gezichten zijn rechthoekig geworden en iedereen is van de ellende vermargerd.(...) Elke dag ben ik bang dat ik de hoop opgeef. We sterven hier een trage dood. ''
Hij vertelt over mannen die gek werden van verveling, die zich ophingen. Elke dag werd er in het kamp gevochten. Bij het minste geringste gingen de gevangenen elkaar met messen of tentharingen te lijf. De Saoedische bewakers traden hard op. Op een keer opende een paniekerige bewaker het vuur op een menigte gevangenen: zeventien doden. In het andere kamp werden gevangenen voor enkele kratten whisky aan de Irakese geheime dienst verkocht.
Te midden van al dat rumoer koos de jonge Al-Sawad voor de innerlijke emigratie. Hij vluchtte naar 'het koninkrijk van het woord', zoals hij het zelf noemt: ,,Schrijven is onze enige mogelijkheid tot schreeuwen. ''
,,Woorden sleepten me door de eindeloze dagen. Soms schreef ik vier brieven per dag. De 76 brieven in het boek zijn maar een klein gedeelte, dat wat ik achteraf heb kunnen terugvinden. En ik verslond boeken, alles wat ik in handen kreeg. Ik kocht chauffeurs om om boeken binnen te smokkelen. Al mijn geld ging daaraan op. In de woestijn heb ik Gabriel García Márquez, Victor Hugo, Charles Dickens en alle sprookjes van de Duizend-en-een-nacht gelezen. Toen ik eindelijk weg mocht, had ik alleen boeken in mijn bagage. Elf kilo.''
Op zoek naar aandacht schreef Al-Sawad op zekere dag zelfs een brief naar prinses Stefanie van Monaco. Smeekbeden uit de Saoedische woestijn gingen de hele wereld rond: naar Gorbatsjov, Bill Clinton, de paus. Alles vergeefs. Uiteindelijk dreef de wanhoop een groep gevangen ertoe om eind 1992 een hongerstaking te beginnen. Het was een hallucinant schouwspel. Gevangenen naaiden uit protest hun mond dicht. Ze lieten zich in de brandende zon kruisigen of begroeven zich tot het hoofd in het zand. Maar alleen de Saoedische bewakers waren getuige, bij afwezigheid van camera's wist de wereld nog altijd nergens van.
Door de hongerstaking verbeterden de leefomstandigheden in Artawijah enigszins, maar een echte doorbraak kwam er pas toen een zekere Said Ali tijdens een corvee wist te ontsnappen en contact opnam met de BBC World Service. Binnen de kortste keren verspreidde die het verhaal van de vergeten Irakese vluchtelingen wereldwijd.
De Verenigde Naties werden gealarmeerd. De administratieve molen begon te malen. Dossiers werden opgesteld. Landen zoals Denemarken, Zweden en Nederland boden aan Irakese vluchtelingen uit de kampen op te nemen. ,,Alleen al in de Verenigde Staten zitten er naar verluidt 17.000'', weet Mowaffk Al-Sawad. Maar dat is dan ook het enige goeds wat hij over de American Dream te vertellen heeft.
We praten op 11 september, de herdenking van de terreuraanval op New York. Zelfs de Groningse stadsradio heeft een speciaal rouwprogramma, met publieke sympathiebetuigingen en aangepast treurige muziek. ,,De ene dode is duidelijk de andere niet'', zegt Al-Sawad boos. ,,Drieduizend doden in New York zijn zelfs een jaar later nog wereldnieuws, over anderhalf miljoen Iraakse kinderen die omkomen als gevolg van het VN-embargo wordt nauwelijks gepraat.''
Intussen predikt George Bush Jr. opnieuw de oorlog tegen 'schurkenstaat' Irak. Hij wil de klus van zijn vader afmaken. ,,We zijn niet boos op het Iraakse volk'', zegt Bush. ,,Maar Saddam Hoessein beschikt over massavernietigingswapens en moet in het belang van de wereldvrede dringend uitgeschakeld worden.'' De derde Golfoorlog lijkt eraan te komen.
Al-Sawad wordt er niet goed van. ,,Wie heeft Bush gevraagd ons te komen bevrijden?'' zegt hij. ,,Dat hébben we al eens meegemaakt. En uiteindelijk hebben ze ons in de steek gelaten en gekozen voor Saddam. Een nieuwe oorlog in Irak is wel het laatste wat de mensen willen.''
De actie tegen Saddam is niet meer dan een alibi, vindt Al-Sawad. ,,Als Saddam massavernietigingswapens had, waarom heeft hij die dan nog altijd niet gebruikt? Bush maalt niet om Saddam en nog minder om de democratie in Irak. Het gaat hem alleen om de olie.''
Eigenlijk is Saddam een schepping van de Amerikanen zelf. In een van zijn vliegerbrieven windt Al-Sawad er geen doekjes om: ,,Amerika en het Westen willen geen democratische regering voor de Arabische landen. Ze zijn doodsbang dat ze dan hun macht over de regio verliezen. Saddam is alleen de pooier van de God van de hoeren. Amerika gebruikt onze regering als een hand waarmee ze het Irakese volk kan slaan. ''
Het beste zou zijn het handelsembargo meteen af te voeren, vindt Al-Sawad. ,,Het drijft de mensen alleen maar in de armen van Saddam. Niet de dictator heeft schuld aan hun ellende, maar Amerika en het Westen, vinden ze. Ze hebben al hun vertrouwen in de VS verloren. Op 11 september zouden de Amerikanen zich beter eens bezinnen: waarom worden we in de rest van de wereld zo gehaat? Bush praat over een oorlog tegen het internationale terrorisme. Maar voor de mensen van Irak is Amerika zelf de grootste terreurorganisatie ter wereld. Dat ervaren ze elke dag.'' (bron: De Standaard, 14-09-2002)

terug naar boven

terug naar beginpagina



Dichter/acteur Mowaffk Al-Sawad speelt de door hemzelf geschreven theatermonoloog 'De Koude Muren' in het Prinsentheater te Groningen. De oorspronkelijk in het Arabisch geschreven monoloog, die eigenlijk een lang gedicht is, gaat over vereenzaming en teleurstellingen in het leven. Al-Sawad speelt zelf het enige personage in het stuk: een dichter die, door wanhoop gedreven, tegen een muur – een koude muur –, gaat praten. Door tegen de muur te spreken hoopt hij net zo gevoelloos te worden als die muur. De muur blijkt echter niet doof voor de innerlijke discussie van de dichter. Doordat de monoloog in twee talen is opgevoerd – Petra Else Jekel droeg de Nederlandse vertaling voor –  was het stuk voor zowel Arabisch- als Nederlandstalig publiek toegankelijk. De vertaling is gemaakt door de Arabist Jan Tekelenburg en de dichter Tsead Bruinja en de voorstelling was te zien in november en december 2001.



© Foto Jurgen Moorlach

terug naar boven

terug naar beginpagina


wereldplaatje slaat brug naar allochtonen

Het literatuur- en muziekfestival Wereldplaatje in het Grand Theatre wil een brug slaan tussen allochtone kunstenaars, culturele organisaties en het Groningse publiek.

door Illand Pietersma

'Er zitten zeker talenten tussen, maar veel kunstinstellingen weten van niks”, zegt Anton Scheepstra van uitgeverij Passage en medeorganisator van het literatuur- en muziekfestival 'Wereldplaatje'. “Via folders in toko's en connecties bij welzijnsclubs en asielzoekerscentra kwam de organisatie in contact met buitenlandse schrijvers en muzikanten in Groningen. “Zij voelen zich meestal geïsoleerd”, vertelt Scheepstra. “Zo blijken hier veel Arabische schrijvers te wonen. Zij onderhouden onderling wel contacten, maar presenteren zich nooit aan de buitenwereld.” Het door het Kunstencentrum geïnitieerde Wereldplaatje dient dan ook vooral als podium voor de allochtone talenten.
Schrijvers konden verhalen of gedichten inzenden. Er werden uiteindelijk elf schrijvers uitgekozen, die zaterdagmiddag hun werk presenteren. Bovendien is er een bundel van deze literatuur samengesteld. Hiervoor werkten Groningse schrijvers samen met de allochtonen bij het vertalen van het werk. Scheepstra: “Het probleem hierbij was wel, dat bijvoorbeeld het Arabisch veel bloemrijker is dan het Nederlands. Toch kwamen hier zeer verrassende beelden en metaforen naar voren. Ik zie dat als verrijking van de Nederlandse taal.”

Ritme en klank

De Irakese vluchteling en tevens medeorganisator Mowaffk Al-Sawad kan dit deels beamen: “Sommigen vonden mijn gedichten mooi vanwege de nieuwe combinaties van woorden. Toch zijn de vertalingen voor mijn gevoel de helft van de oorspronkelijke sfeer kwijtgeraakt. Het Arabisch is een elastische taal, terwijl er in het Nederlands weinig ruimte bestaat om de sfeer van mijn gedichten te beschrijven.” Al-Sawad zal zijn poëzie dan ook in het Arabisch voordragen, zodat ritme en klank behouden blijven. Het publiek kan de voordracht volgen via vertalingen op beeldschermen. “Wanneer ik mijn werk ook nog eens in mijn niet-perfecte Nederlands zou oplezen, blijft er nog minder van over. Dan verliest het de 'muziek'. Niet dat het Nederlands geen mooie taal zou zijn; er bestaat immers ook Nederlandse poëzie. En als een taal gedichten heeft, dan is die taal mooi.”
Veel verhalen en gedichten gaan niet meteen over het leven als vluchteling of asielzoeker. “Ik ben ook niet echt anders gaan schrijven dan toen ik daar in Irak mee begon”, zegt Al-Sawad. “Maar tussen de regels door vind je wel de sfeer van verdriet en eenzaamheid, ook bij de andere schrijvers. Iedereen heeft wel heimwee naar zijn geboorteland, ook al ben je er weggevlucht. Ik heb bijvoorbeeld veel vrienden en familie achtergelaten en voelde mij hier lang alleen. Nu leef ik tussen twee culturen, maar mijn wortels liggen in Irak. Zonder wortel kun je niet doorgroeien. Mijn geboorteland geeft mij de energie om hier in Nederland verder te kunnen gaan.”
De literaire presentaties zullen worden omlijst door muziek. Zo gaat de Duitse saxofonist Jan Klug, die ook het Groningse dichterscollectief 'Epibreren' begeleidt, enkele gedichten muzikaal ondersteunen. Een andere begeleidingsband is het Surinaams gamelan-ensemble 'Gotong Rojong'. Vrij vertaald betekent dat 'wat zwaar is kunnen we samen tillen'. Het zou de ondertitel van Wereldplaatje kunnen zijn. (Universiteitskrant Groningen)

terug naar boven

terug naar beginpagina      


© Auteursrecht berust bij de auteurs op basis van de Auteurswet 1912. Er mag niets uit deze Website worden overgenomen, opgeslagen op media ter verspreiding onder derden, op een website worden gezet, gepubliceerd of anderszins verveelvuldigd zonder uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming van de auteurs. Overtreding van de Auteurswet is strafrechtelijk en internationaal vervolgbaar.

© No part of this website may be used or reproduced in any manner whatasoever without the written permission of the author, except in the case of brief quotations embodied in critical articles or reviews.